Per 1 januari 2023 is het bedrag van de tijdelijke drempelvrijstelling voor een Regeling voor vervroegde uittreding (RVU) gestegen. Dit bedraagt nu € 2.037 per maand.
Lees ook het nieuwsartikel Drempelvrijstelling RVU stijgt per 2024
Sinds 1 januari 2021 geldt de drempelvrijstelling voor een Regeling voor vervroegde uittreding (RVU) als onderdeel van het pensioenakkoord. Als betalingen in verband met de RVU onder het bedrag van de drempelvrijstelling blijven, hoeft de werkgever geen RVU-heffing van 52% (pseudo-eindheffing) af te dragen. Het maandbedrag van de RVU-drempelvrijstelling is gekoppeld aan de netto AOW van een alleenstaande en wordt jaarlijks aangepast. In 2023 is het bedrag gestegen van € 1.874 naar € 2.037 per maand, en dus € 73.332 voor 36 maanden. De drempelvrijstelling geldt zowel voor een eenmalige uitkering, als voor periodieke uitkeringen uit een RVU.
Om aan de RVU-drempelvrijstelling te voldoen, gelden de volgende voorwaarden:
De drempelvrijstelling is een tijdelijke maatregel die geldt van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2025. Voor de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2028 geldt een uitloopperiode. Tijdens deze periode kan de drempelvrijstelling worden toegepast, mits de beëindigingsovereenkomst uiterlijk 31 december 2025 getekend is.