De afgelopen tijd is er veel te doen over de toekomst van de ‘vroegpensioenregeling’. Omdat het kabinet en de sociale partners er nog niet in slagen om tot afspraken te komen, houdt het kabinet zich in de Prinsjesdagstukken op de vlakte bij dit thema.
In het pensioenakkoord maakten het kabinet, de werkgeversorganisaties en vakbonden met elkaar afspraken over een tijdelijke versoepeling van de regels voor regelingen voor vervroegde uittreding (RVU’s). Een RVU is een beëindigingsregeling tussen een werkgever en werknemer, waarbij de werknemer een vergoeding meekrijgt om vervroegd met pensioen te gaan. De overheid ontmoedigt dit met een zogeheten pseudo-eindheffing van 52%. Door het pensioenakkoord geldt dat die RVU-heffing tijdelijk niet van toepassing is op regelingen waarbij werknemers maximaal drie jaar voor hun AOW-leeftijd stoppen met werken en de werkgever de uitkering beperkt tot een bepaald maximum (de RVU-drempelvrijstelling). De drempelvrijstelling (artikel) geldt tot en met 2025, met een uitloopperiode tot en met 2028 voor afspraken die werkgevers en werknemers in 2025 nog maken. Aanvullend is een subsidieregeling voor de financiering van RVU’s (artikel) ingevoerd.
Het kabinet hoopt dat na afloop van deze maatregel het werken aan duurzame inzetbaarheid vanzelfsprekend is geworden en RVU’s daarom niet of minder nodig zijn. Maar de vakbonden vinden dat niet reëel en maken zich sterk voor een verlenging van de fiscale versoepeling. De afgelopen weken leidde dit tot meerdere stakingen.
Minister Van Hijum van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft deze week in een Kamerbrief meer duidelijkheid gegeven over de uitgangspunten van het kabinet voor de verlenging van de regeling. VNO-NCW, MKB-Nederland en LTO Nederland hebben hierna aangegeven dat zij de regeling graag voortzetten voor mensen die daadwerkelijk een zwaar beroep hebben en niet in staat zijn om gezond tot de AOW-leeftijd door te werken. De werkgeverspartijen vinden dat er snel actie moet worden ondernomen om een einde te maken aan de onzekerheid over de vroegpensioenregeling.
De vakbonden weigeren echter vooralsnog om aan tafel te komen, omdat ze het aanbod vanuit de minister onvoldoende vinden. Zo overweegt de minister een deel van de werknemers van de regeling uit te sluiten op basis van een inkomensgrens. De vakbonden hebben drie eisen: een permanente regeling, waarbij de RVU financieel aantrekkelijker wordt gemaakt en de cao-partijen zelf bepalen wat zwaar werk is. De minister rekent erop dat hij op korte termijn alsnog in gesprek kan met de vakbonden en werkgeversvertegenwoordigers, maar Prinsjesdag kwam te vroeg voor de vroegpensioenregeling.
Download de belangrijkste Prinsjesdagstukken in pdf, zodat u snel de achtergrondinformatie bij de hand heeft.