Demissionair staatssecretaris Van Rij van Financiën stuurde de inhoudelijke kabinetsreactie op de evaluatie van de onbelaste reiskostenvergoeding naar de Tweede Kamer. Hij liet weten dat het kabinet geen reden ziet om de reiskostenvergoeding aan te passen. Wel neemt het kabinet een aantal aanbevelingen uit het onderzoek over.
Vorig jaar stuurde staatssecretaris Van Rij van Financiën het evaluatierapport over de onbelaste reiskostenvergoeding naar de Tweede Kamer. Hieruit bleek dat de reiskostenvergoeding doeltreffend en waarschijnlijk doelmatig is. Onlangs stuurde Van Rij een brief aan de Tweede Kamer met de inhoudelijke reactie van het demissionaire kabinet op het onderzoek. Daarin laat hij onder meer weten dat het kabinet op dit moment geen aanleiding ziet om de onbelaste reiskostenvergoeding aan te passen, anders dan de extra verhoging van de onbelaste reiskostenvergoeding naar € 0,23 per kilometer die geldt per 2024.
Het demissionaire kabinet gaf ook een reactie op de aanbevelingen van de onderzoekers. Zo reageerde het kabinet op de twee doelstellingen van de reiskostenvergoeding die onderzoekers formuleerden. De eerste (voorkomen dat de vergoeding ten onrechte in de loonheffingen wordt betrokken) wil het kabinet expliciet vastleggen. De tweede doelstelling (fiscaal ondersteunen van een goed functionerende arbeidsmarkt) niet, omdat deze doelstelling niet expliciet in toelichtingen of andere beleidsdocumenten is vastgelegd. Verder wil het kabinet periodiek onderzoeken in hoeverre de hoogte van de onbelaste reiskostenvergoeding (infographic) aansluit bij de daadwerkelijke variabele autokosten van een kleine of middenklasse auto.
Daarnaast wil het kabinet de onbelaste reiskostenvergoeding opnieuw evalueren in 2028. Dit was ook al aangekondigd in de Miljoenennota die op Prinsjesdag 2023 werd gepresenteerd. Hierbij zal de hoogte van het maximale onbelaste kilometerbedrag opnieuw getoetst worden, iets dat bij elke volgende evaluatie moet gebeuren. Bij deze evaluatie zal ook specifiek aandacht worden besteed aan de reactie van werkgevers op de verhoging van de maximale onbelaste reiskostenvergoeding, veranderingen in het gebruik van de reiskostenvergoeding door werknemers en veranderingen in reisgedrag.
Het demissionaire kabinet geeft aan dat ook bij de evaluatie van de werkkostenregeling (WKR) – die momenteel wordt opgestart – moet worden gekeken naar de onbelaste thuiswerkkostenvergoeding. Het blijkt namelijk dat werkgevers de anti-samenloopregeling van deze vergoeding met de onbelaste reiskostenvergoeding ingewikkeld vinden. Ook wordt gekeken of de communicatie over de onbelaste thuiswerkvergoeding intensiever moet plaatsvinden.
De onderzoekers vragen in de evaluatie ook aandacht voor deelvervoer. Dit valt samen met de motie van Van Ginneken, met het verzoek te onderzoeken hoe de deelauto meer gestimuleerd kan worden. De Tweede Kamer moet later nader worden geïnformeerd over de te zetten stappen naar aanleiding van die motie.