Voor ambtenaren die op dienstreis gaan, gelden bepaalde verblijfskostenvergoedingen. Werkgevers kunnen deze vergoedingen ook onder bepaalde voorwaarden toepassen voor werknemers die geen ambtenaar zijn. Hoe werkt dit precies?
Forum Salaris publiceerde een handreiking over het aansluiten bij de verblijfskostenvergoedingen uit de CAO Rijk (paragraaf 10.2 en 10.3). In de handreiking staat een toelichting over wanneer werkgevers voor niet-ambtenaren dezelfde vergoedingen voor dienstreizen kunnen toepassen als voor ambtenaren.
Om dit te mogen doen, moeten werkgevers in ieder geval aannemelijk kunnen maken dat werknemers op dienstreis vanuit kostenoogpunt in gelijke omstandigheden verkeren als ambtenaren op dienstreis. Daarnaast moeten ze dezelfde voorwaarden en vergoedingen aanhouden die in de CAO Rijk staan.
Omdat binnenlandse en buitenlandse dienstreizen meestal niet vergelijkbaar zijn, bijvoorbeeld door het verschil in vervoersmiddel en reiskosten, worden ze apart van elkaar behandeld in de CAO Rijk. Voor binnenlandse dienstreizen gelden in ieder geval de volgende voorwaarden:
Onderneemt een werknemer een binnenlandse reis die aan bovenstaande voorwaarden voldoet? Dan mag de werkgever waarschijnlijk de verblijfskostenvergoedingen uit de CAO Rijk toepassen.
Let wel op dat vergoedingen die in de CAO Rijk en het Handboek Loonheffingen 2024 (tool) staan maar tot bepaalde bedragen gericht zijn vrijgesteld. In 2024 bedraagt de lunchvergoeding bijvoorbeeld € 20,32. Deze is gericht vrijgesteld tot € 11,88. De vergoeding boven € 11,88 moet tot het loon van de werknemer gerekend worden of aangewezen worden als eindheffingsloon ten laste van de vrije ruimte.
Voor buitenlandse dienstreizen gelden andere voorwaarden en vergoedingen, die vaak samenhangen met de reisafstand en -bestemming. Als een werknemer een buitenlandse dienstreis maakt en aan de juiste voorwaarden voldoet, zijn de verblijfskostenvergoedingen volledig gericht vrijgesteld.
Kan de werkgever de kosten van een overnachting bij een buitenlandse dienstreis niet aannemelijk maken? Dan mag hij een vergoeding van € 11,34 geven voor maximaal vier overnachtingen per dienstreis. Deze vergoeding moet tot het loon van de werknemer gerekend worden of aangewezen worden als eindheffingsloon ten laste van de vrije ruimte.