Vliegbelasting stijgt in 2026
Per 1 januari 2026 wordt de vliegbelasting met 2,9% verhoogd. Daarnaast stelt het kabinet voor om het tarief vanaf 2027 te differentiëren naar de afstand van de vlucht: hoe verder de eindbestemming, hoe hoger de belasting. Dit blijkt uit de Prinsjesdagstukken die onlangs zijn gepubliceerd.
Een stijging van 2,9% betekent dat het tarief per vliegticket van € 29,40 naar € 30,25 gaat. De vliegbelasting wordt elk jaar berekend en aangepast op basis van de prijsontwikkeling. Het nieuwe tarief is al vroegtijdig bekendgemaakt, zodat luchtvaartmaatschappijen de wijziging al kunnen doorvoeren en passagiers of reisorganisaties niet achteraf voor verrassingen komen te staan.
Vliegbelasting vanaf 2027 naar vluchtafstand
Het demissionaire kabinet stelt voor om vanaf 2027 de vliegbelasting te differentiëren op basis van de eindbestemming van de passagier. Momenteel wordt voor relatief korte vluchten (naar bijvoorbeeld Parijs) dezelfde vliegbelasting geheven als voor een relatief langere vlucht (naar bijvoorbeeld Tokio). Bij langeafstandsvluchten zijn de extra kosten voor klimaat, gezondheid en geluid nu minder goed verwerkt in de ticketprijs dan bij korte vluchten. Door langeafstandsvluchten zwaarder te belasten, betaalt de reiziger eerlijker mee aan de werkelijke schade van de vlucht. De reiskostenmaatregel zou een opbrengst van € 257 miljoen moeten opleveren. De Algemeen Nederlands Verbond van Reisondernemingen (ANVR) is tegen deze maatregel en verwacht dat het onderwerp opnieuw op de agenda komt tijdens de kabinetsformatie ná de verkiezingen van oktober 2025.
Download de belangrijkste Prinsjesdagstukken in pdf, zodat je snel de achtergrondinformatie bij de hand hebt.