Woon-werkverkeer moet via gebruikelijke route

7 oktober 2024 | Door redactie

Geeft uw organisatie werknemers een vaste reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer? Let er dan goed op of bij het bepalen van die vergoeding de kortste of de snelste route het uitgangspunt is. Van de fiscus moet de gebruikelijke route het uitgangspunt zijn, en dat is niet altijd de kortste.

Een vaste vergoeding voor woon-werkverkeer (infographic) is gebaseerd op een standaard aantal van 214 werkdagen per jaar en de gerichte vrijstelling voor maximaal € 0,23 per gereisde kilometer. Het is daarbij belangrijk dat het aantal reiskilometers op de juiste manier is bepaald. Dit geldt ook voor het berekenen van de onbelaste reiskostenvergoeding voor zakelijke reizen.

Meerdere gelijkwaardige wegen gebruikelijk

De Belastingdienst vindt dat het uitgangspunt voor de (vaste) reiskostenvergoeding de meest gebruikelijke route moet zijn. Dit is de weg die de meeste mensen – die gebruikmaken van hetzelfde vervoermiddel – gebruiken om op de plaats van bestemming te komen. Dat hoeft dus niet altijd de kortste route te zijn. Het kan voorkomen dat een andere, langere route sneller of logischer is. Zijn er meerdere gelijkwaardige wegen die gebruikelijk zijn, dan geldt van die wegen de kortste route als de meest gebruikelijke. Dit is te lezen in een onlangs geactualiseerde handreiking van Forum Salaris.

Kortste route is soms niet snel of logisch

In het verleden zijn er diverse zaken geweest waarbij de fiscus bepaalde dat de kortste route gebruikelijk was. Dit leidde tot flinke naheffingen, terwijl de kortste route soms helemaal geen snelle of logische route was. Een richtlijn is dat het in elk geval om zakelijke kilometers moet gaan. Als iemand bijvoorbeeld een stuk omrijdt omdat hij die route prettiger vindt, dan zijn de omrijkilometers niet zakelijk en zal de werkgever voor het bepalen van de vaste vergoeding van de kortere route moeten uitgaan.

Afstemmen met de Belastingdienst

Maar wat als iemand om op zijn werk te komen bijvoorbeeld 15 kilometer moet reizen inclusief een tochtje op een veerboot, of 25 kilometer moet rijden zónder veerboot en daardoor vele malen sneller arriveert? In dat geval lijkt het logisch dat de fiscus die laatste route accepteert. Om er zeker van te zijn dat uw organisatie van de juiste route uitgaat, is het slim om dit vooraf met de Belastingdienst af te stemmen.