Uit het onderzoek van de Nederlandse vereniging van Commissarissen en Directeuren (NCD) blijkt dat mannen en vrouwen andere competenties aanwijzen die volgens hen belangrijk zijn om goed leiding te kunnen geven. Daarnaast bekijken ze de competenties vanuit een andere invalshoek. Dit verschil van inzicht onderstreept volgens het NCD de noodzaak van diversiteit aan de top.
Uit onderzoek van de NCD blijkt dat mannen strategisch denken het belangrijkst vinden en vrouwen kiezen voor zelfkritisch vermogen als ze competenties moeten aanwijzen die volgens hen belangrijk zijn om goed te kunnen leidinggeven. Daarnaast blijkt dat mannen strategie vooral zien als een plan en vrouwen het vooral benaderen als een visie. Ook aan zelfreflectie geven mannen en vrouwen een andere invulling. Mannen zien dit vooral als een functioneel gegeven, vrouwen als een emotioneel gegeven. De NCD ziet in dit verschil van inzicht de noodzaak tot diversiteit om een goede balans tussen mannen en vrouwen onder leidinggevenden binnen organisaties te creëren.
Diversiteit op de werkvloer zorgt ervoor dat organisaties hun producten en diensten beter kunnen afstemmen op de veranderende behoefte van de markt. De Nederlandse (beroeps)bevolking bestaat immers al lang niet meer uit alleen blanke mannen van dertig jaar. Ook vrouwen, allochtonen en ouderen horen erbij. De resultaten van het onderzoek van de NCD onderstrepen het belang van diversiteit binnen organisaties en dan met name de diversiteit in de top van het bedrijfsleven. In de praktijk is er echter nog maar weinig diversiteit in leidinggevende posities. Zo voldoet nog geen enkele Nederlandse beursgenoteerde onderneming aan het wettelijk streefgetal dat geldt per 1 januari 2016 van 30% vrouwen in de raad van bestuur (RvB) en de raad van commissarissen (RvC).