Goede voorlichting is nodig bij gebruik zit-stabureau

28 december 2018 | Door redactie

Een zit-stabureau is niet per se een oplossing voor de negatieve gevolgen van langdurig zitten. Bij verkeerd gebruik kan het zelfs klachten veroorzaken. Het is het te lang achter elkaar één houding volhouden, dat problemen oplevert.

Kantoorwerk brengt met zich mee dat werknemers veel zitten. Dit levert risico’s op voor rugklachten en hart- en vaatziekten. Een paar jaar geleden is het zit-stabureau in zwang geraakt. Dit bureau is in hoogte verstelbaar, zodat werknemers zittend en staand werken kunnen afwisselen. De gedachte achter het zit-stabureau is dat het de negatieve gevolgen van zitten tegengaat. Dit gebeurt echter alleen als werknemers goede voorlichting krijgen over het gebruik van het bureau. Volgens een deskundige van de Arbo Unie is een zit-stabureau vooral goed doordat werknemers zo hun houding afwisselen. Werknemers zouden niet langer dan een uur achter elkaar achter hun bureau moeten staan. Het gaat er vooral om dat ze regelmatig in beweging (tool) komen. Af en toe een korte wandeling naar bijvoorbeeld de koffiemachine is ook al goed, een lunchwandeling helemaal.

Werkgever moet maatregelen nemen tegen risico’s werk

De werkgever moet de risico’s inventariseren die het werk met zich meebrengt. De risico’s van beeldschermwerk worden nogal eens onderschat. Behalve een verhoogd risico op rugklachten en hart- en vaatziekten geeft lang in één houding zitten – of staan – een verhoogd risico op suikerziekte. Ook kan het RSI/KANS veroorzaken. De werkgever moet deze risico’s inventariseren en evalueren (tool). Vervolgens moet hij een plan van aanpak opstellen waarin hij doeltreffende maatregelen opneemt om de risico’s van het werk te beperken. De werknemers moeten voorlichting krijgen over de risico’s van het werk en over de maatregelen om deze risico’s tegen te gaan.

Maatregelen gericht op collectieve bescherming zijn eerste keus

De maatregelen die de werkgever neemt om de werknemers tegen de risico’s van het werk te beschermen, moeten bij voorkeur de bron wegnemen. Als werknemers bijvoorbeeld met een gevaarlijke stof werken, kan de werkgever hier een alternatieve, ongevaarlijke stof voor in de plaats stellen. Als het niet mogelijk is om de bron weg te nemen, moet de werkgever maatregelen nemen die collectieve bescherming bieden. Als ook een collectieve maatregel niet mogelijk is, mag de werkgever kiezen voor individuele maatregelen. Om de risico’s van beeldschermwerk tegen te gaan, is een bronmaatregel of collectieve maatregel niet mogelijk. Een individuele maatregel zoals het beschikbaar stellen van een zit-stabureau is echter wel mogelijk, maar dus alleen met goede voorlichting. Het laatste niveau voor een maatregel is het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. Deze volgorde van maatregelen, van bron wegnemen tot het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen, is de zogeheten ‘arbeidshygiënische strategie’.