Werknemers mogen niet ziek worden van hun werk of van de omstandigheden waarin ze hun werk moeten doen. Daarom is elke werkgever in Nederland verplicht de risico’s die werknemers op hun werk lopen, in kaart te brengen. Volgens artikel 5 lid 1 van de Arbowet moet elke werkgever beschikken over een actuele risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) en een bijbehorend plan van aanpak. Inspectie SZW controleert of uw organisatie hierover beschikt.
Dit verdiepingsartikel wordt u aangeboden door Rendement Online
Een RI&E is eigenlijk niets meer dan een lijst met alle risico’s voor de gezondheid en veiligheid. Een verplicht onderdeel van de RI&E is het plan van aanpak. Daarin geeft de werkgever aan welke maatregelen hij neemt om de risico’s weg te nemen of als dat niet mogelijk is, deze te beperken. Dit moet de werkgever schriftelijk vastleggen.
Bij het inventariseren van de risico’s die werknemers lopen, moet de werkgever apart aandacht besteden aan de gevaren, risico’s en risicobeperkende maatregelen voor bijzondere groepen werknemers. Daarbij gaat het om jongeren, zwangere vrouwen, ouderen en werknemers met een lichamelijke of verstandelijke beperking.
Organisaties waar een bepaalde hoeveelheid gevaarlijke stoffen in installaties aanwezig is of kan worden gevormd, moeten ook een Aanvullende Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (ARIE) hebben, gericht op het voorkomen van zware ongevallen en op basis daarvan een pakket maatregelen te nemen.
Denk ook aan het opnemen van de risico's van coronabesmetting!
Een RI&E bestaat uit de volgende onderdelen:
Bij de inventarisatie van de risico’s moet de werkgever alle mogelijke risico’s meenemen, van het risico om betrokken te raken bij een arbeidsongeval tot de kans op RSI/KANS, een burn-out of besmtting met het coronavirus.
Maar denk ook aan de verhoudingen op de werkvloer en problemen met de onderlinge communicatie. Is sprake van pestgedrag, zijn instructies begrijpelijk geformuleerd, spreekt iedereen de Nederlandse taal voldoende?
In het algemeen geldt dat hoe groter het risico is, hoe gedetailleerder het risico beschreven moet worden in de RI&E.
Bij de evaluatie van de risico’s is het zaak dat de werkgever een schatting maakt van de waarschijnlijkheid dat iets misgaat. Hoe groot is de kans dat iets zich daadwerkelijk voordoet? Hij kijkt hierbij ook naar het aantal werknemers dat aan een bepaald risico wordt blootgesteld. En hij moet meewegen hoe groot de gevolgen van een arbeidsongeval of andere schade zijn voor individuele werknemers en voor de organisatie.
Op die manier kan hij prioriteiten stellen: wat zijn de grootste gevaren die direct weggenomen moeten worden en welke risico’s zijn minder urgent om aan te pakken? Soms geeft de wet hiervoor een richtlijn, zoals eisen aan machines in het Arbobesluit. Staat een maatregel in de wet, dan is deze verplicht en heeft dus prioriteit.
In het plan van aanpak, ten slotte, neemt de werkgever concrete maatregelen op die de organisatie gaat nemen om de geïnventariseerde en geëvalueerde risico’s aan te pakken. In het plan van aanpak moet hij per maatregel aangeven wanneer deze uiterlijk moet zijn uitgevoerd en wie daarvoor verantwoordelijk is. De nadruk ligt hierbij altijd op preventie. Hij moet immers zorgen dat het risico wordt weggenomen of beperkt zodat de schade niet optreedt.
De RI&E moet:
De OR of de personeelsvertegenwoodrdiging (PVT) krijgt een afschrift van de RI&E en heeft instemmingsrecht. De werknemers moeten de RI&E kunnen inzien wanneer zij maar willen: zij hebben inzagerecht.
Zijn de RI&E en het plan van aanpak eenmaal opgesteld, dan moeten deze vaak nog worden getoetst door een gecertificeerde kerndeskundige. Die kijkt of de werkgever alle risico’s in de RI&E heeft opgenomen, en beoordeelt of de situatie in de organisatie goed is weergegeven en of de meest recente normen en richtlijnen worden toegepast.
In principe moeten alle organisaties hun RI&E laten toetsen, maar voor heel kleine bedrijven wordt er een uitzondering gemaakt. Ze moeten dan wel aan bepaalde voorwaarden voldoen. De uitzondering geldt voor:
De werkgever hoeft het wiel niet opnieuw uit te vinden, maar kan gebruikmaken van de kennis en kunde die in vergelijkbare organisaties is opgedaan met het opstellen van de RI&E en het plan van aanpak.
Voor veel branches is zogenoemd branche-instrument beschikbaar; dat is een voorbeeld-RI&E afgestemd op de risico’s in een bepaalde branche, zoals de Bouw & Bouwnijverheid en Zorg & Welzijn.
Ook hebben veel branches en sectoren een arbocatalogus. Dat is een oplossingenboek met maatregelen die afgestemd zijn op specifieke risico’s van een branche of sector. Denk aan fysieke belasting in de bouw, werken met straling in de zorg en werkdruk in het onderwijs. Als de werkgever deze oplossingen gebruikt, laat hij zien dat hij aan het vereiste beschermingsniveau voldoet.