Net als de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) verschilt ook de inhoud van het plan van aanpak per organisatie. In elke organisatie spelen immers andere risico’s. Toch moet elk plan van aanpak wel aan dezelfde voorwaarden voldoen. Die staan in de Arbowet.
Het doel van het plan van aanpak is voor alle organisaties hetzelfde. Er moet duidelijk in staan wat er op arbogebied moet gebeuren de komende jaren. Daarom stelt de wetgever een aantal voorwaarden aan de inhoud van het plan van aanpak (tool). Die staan in artikel 5, lid 3 van de Arbowet. Kort samengevat moet het plan van aanpak ten minste bevatten:
Het vermelden van maatregelen om de risico’s weg te nemen of te beperken, is niet voldoende. Er moet bij staan wanneer de werkgever denkt deze maatregelen te nemen. In de Arbowet staat expliciet: ‘binnen welke termijn deze maatregelen zullen worden genomen’. Het plan van aanpak moet een concreet en realistisch verbeterplan zijn, en geen papieren tijger waar niemand iets mee doet. Inspectie SZW zal het plan van aanpak hierop zeker beoordelen als zij controleert of er een actuele en volledige RI&E aanwezig is.
De actiepunten in het plan van aanpak moeten zo beschreven zijn dat een deskundige ze kan toetsen op haalbaarheid. Bij elke maatregel moet dus staan wanneer deze wordt uitgevoerd. Daarnaast moet het plan van aanpak in ieder geval de volgende onderwerpen bevatten: