Drie maanden extra de tijd voor addendum lage WW-premie

10 december 2019 | Door redactie

Werkgevers krijgen drie maanden langer de tijd om ervoor te zorgen dat hun administratie voldoet aan de eisen voor het toepassen van de lage WW-premie. Van 1 januari tot 1 april 2020 mogen zij zonder addendum tóch de lage premie toepassen voor werknemers met een vast contract.

Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft het uitstel bevestigd in een brief aan de Tweede Kamer (pdf). Eigenlijk moesten werkgevers vóór 1 januari een schriftelijk bewijs van het vaste contract van hun werknemer in hun administratie hebben om de lage WW-premie toe te mogen passen. Dat bewijs – in de vorm van een zogenoemd addendum bij de arbeidsovereenkomst (tool) – moest door zowel de werkgever als de werknemer ondertekend zijn. Hadden werkgevers dat niet op tijd geregeld, dan kostte hun dat de hoge WW-premie van 7,94% in plaats van de lage premie van 2,94%.

Alleen voor bestaande contracten

Het uitstel houdt in dat werkgevers in hun aangifte loonheffingen in de indicatierubriek ‘schriftelijke arbeidsovereenkomst’ een J mogen zetten, ook al is het vaste contract nog niet schriftelijk vastgelegd of het addendum bij het tijdelijke contract nog niet getekend. Let op: deze coulance geldt alleen voor werknemers die vóór 1 januari 2020 al in dienst waren. Nieuwe vaste contracten met een vaste omvang moeten wel meteen door beide partijen ondertekend in de administratie.

Hoge premie met terugwerkende kracht

Vóór 1 april 2020 moeten werkgevers er alsnog voor zorgen dat voor alle werknemers voor wie zij de lage WW-premie betalen de vaste arbeidsovereenkomst – of het addendum bij de tijdelijke overeenkomst – in de administratie zit én door beide partijen is ondertekend. Uit dat document moet bovendien blijken dat de werknemer op 31 december 2019 ook al voor onbepaalde tijd in dienst was. Voldoet de werkgever niet vóór 1 april aan die eis, dan moet hij met terugwerkende kracht alsnog de hoge WW-premie betalen.