Minister Kamp van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft onlangs bekendgemaakt dat hij niet van plan is om de WW-premie voor werknemers opnieuw in te voeren. FNV-voorzitter Jongerius had dit idee geopperd.
De FNV-voorzitter stelde kortgeleden voor om de werknemersbijdrage van de WW-premie opnieuw in te voeren. Door de tegenvallende economische situatie loopt de werkloosheid verder op en is er steeds minder geld om de werkloosheidsuitkeringen te financieren. FNV verwacht dat de bekostiging van de WW met een werknemerspremie opgevangen kan worden. De voorwaarde van FNV is wel dat dan de hoogte en de duur van de WW-uitkering onveranderd blijven. In de Tweede Kamer gaf de minister aan dat hij het voorstel van de vakcentrale onverstandig vindt.
Werknemers zouden door een herinvoering van de werknemerspremie minder nettoloon overhouden, waardoor werken minder lonend wordt. Ook zou de koopkracht van werknemers hierdoor dalen, wat ongunstig is voor de economie. Daarnaast wees de minister op de lastenverlichting die het kabinet met de invoering van het uniforme loonbegrip wil bereiken. In de Wet uniformering loonbegrip die volgend jaar ingaat, wordt het werknemersdeel van de premies werknemersverzekeringen juist officieel afgeschaft. De herinvoering van de werknemerspremie voor de WW zou de administratieve lasten juist weer verhogen.
De premie van de WW bestaat onder andere uit het Algemeen werkloosheidsfonds (WW-Awf), die uit een werkgevers- en een werknemersdeel bestaat. De werkgever draagt beide delen van de WW-Awf af. Het werknemersdeel van deze premie mag de werkgever inhouden op het loon van de werknemer. De werknemerspremie is sinds 2009 echter 0%. FNV wil deze situatie dus weer terugdraaien en zowel werkgevers als werknemers laten opdraaien voor de WW-premie.