Geen werknemersbijdrage WW via brutoloon

26 november 2015 | Door redactie

Volgens minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zijn de plannen om weer een WW-premie in te voeren voor werknemers niet uitvoerbaar. De SER had dit in het voorjaar geopperd om de WW betaalbaar te houden.

Het lukt de ministerraad niet om te regelen dat werknemers uit hun brutoloon gaan bijdragen aan de WW-premie. Het voorstel van de sociale partners in de Sociaal-Economische Raad (SER) stuit op te veel problemen bij de uitwerking. Volgens minister Asscher is het niet mogelijk om de werknemerspremie WW zo vorm te geven dat hij voldoet aan zowel de wensen van de sociale partners als de eisen van het kabinet. De wens om de WW-premie uit het brutoloon te betalen sluit bijvoorbeeld niet aan bij de regels die sinds de invoering van de Wet uniformering loonbegrip in 2013 gelden voor de loonstrook. Daarnaast zou herinvoering van de werknemerspremie leiden tot extra administratieve lasten voor werkgevers en extra kosten voor werknemers.

Adviesrecht voor sociale partners

De sociale partners krijgen wel officieel een zwaarwegend adviesrecht bij toekomstige wijzigingen van de Werkloosheidswet. Zo houden werkgevers en werknemers een vinger in de pap waar het gaat om zaken als aanpassingen van de premie, duur en opbouw van de WW. Het wetsvoorstel dat dit moet regelen wordt volgend jaar bij de Tweede Kamer ingediend.

Veranderingen in de WW door WWZ

De Wet werk en zekerheid heeft al flinke veranderingen in de WW (e-learning) met zich meegebracht. Zo wordt de duur van de WW-uitkering vanaf 2016 stapsgewijs teruggebracht van 38 naar 24 maanden. Ook de opbouw van de WW verandert: één maand per gewerkt jaar in de eerste tien jaren en een halve maand per gewerkt jaar in de jaren daarna. Elk gewerkt jaar voor 1 januari 2016 geeft recht op één maand opbouw. Nu wordt de opbouw nog berekend aan de hand van het fictief en feitelijk arbeidsverleden.