Per 2014 stijgt de gemiddelde loonsom naar € 30.700. Nu is dit nog € 30.300. UWV gebruikt de gemiddelde loonsom om werkgevers in te delen in kleine, middelgrote of grote werkgevers en dit bepaalt of u voor de WGA-vast, ZW-flex en WGA-flex een individuele, combinatie- of sectorpremie moet afdragen.
Onlangs is de gemiddelde loonsom voor 2014 bekendgemaakt. Deze stijgt volgend jaar van € 30.300 naar € 30.700. Als uw onderneming een premieplichtig loon heeft van honderdmaal de gemiddelde loonsom of meer (€ 3.070.000), is uw onderneming een grote werkgever.
Voor kleine ondernemingen met een loonsom van maximaal tien keer de gemiddelde loonsom (€ 307.000) gaan drie verschillende sectorpremies gelden. Deze sectorpremies voor de WGA-vast, WGA-flex en ZW-flex (pdf) (pagina 35) zijn onlangs bekendgemaakt door UWV.
Uit gegevens van UWV blijkt dat 84% van de werkgevers klein is en dus deze sectorpremies moet afdragen.
Middelgrote werkgevers (14% van de werkgevers) gaan een combinatiepremie betalen, bestaande uit een deel sectorpremie en een deel individuele toeslag. Grote werkgevers (2%) krijgen een premie die volledig is gebaseerd op de individuele instroom van tijdelijke werknemers die de Ziektewet (ZW) instromen.
Door de hervorming van de Ziektewet komt er een aparte ZW-flexpremie. Ook komt er een nieuwe WGA-flexpremie naast de al bestaande gedifferentieerde WGA-premie (WGA-vast). Zie ook het bericht ‘Modernisering Ziektewet gaat definitief door’.
Heeft u vragen over de gevolgen van de hervorming van de Ziektewet, dan kunt u deze als Premium-abonnee gratis stellen aan de experts van MKB Adviesdesk. U krijgt gegarandeerd antwoord binnen vijf werkdagen. Wacht niet langer en stel uw vraag!