Wetsvoorstel gedifferentieerde Aof-premie ingediend

10 september 2020 | Door redactie

Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft het wetsvoorstel ingediend voor de invoering van de gedifferentieerde Aof-premie. Hij past met het wetsvoorstel ook het systeem van voortschrijdend cumulatief rekenen (VCR) aan.

Met het wetsvoorstel wordt de Aof-premie gedifferentieerd naar een lagere premie voor kleine werkgevers en een hogere premie voor (middel)grote werkgevers. De gedifferentieerde Aof-premie is één van de in 2018 aangekondigde maatregelen om de loondoorbetalingsplicht bij ziekte gemakkelijker, duidelijker en goedkoper te maken. Vooral kleine werkgevers ervaren knelpunten bij het uitvoeren van de loondoorbetalingsplicht. Zij ervaren de re-integratieverplichtingen als disproportioneel, omdat ze dezelfde verplichtingen en kosten hebben als grote werkgevers. Begin 2020 liep er een internetconsultatie over dit wetsvoorstel.

In het wetsvoorstel staat dat het bij kleine werkgevers gaat om organisaties met een loonsom van maximaal 25 keer het gemiddelde premieplichtige loon per werknemer per jaar. Organisaties met een loonsom groter dan 25 keer het gemiddelde premieplichtige loon per werknemer per jaar behoren tot de middelgrote en grote werkgevers.Het verschil tussen de hoge en lage Aof-premie zal maximaal 2 procentpunt bedragen. UWV berekent of de werkgever onder de categorie kleine werkgever of de (middel)grote werkgever valt.

Lees ook het nieuwsartikel  Gedifferentieerde Aof-premie verwacht vanaf 2022

Private uitvoerder past VCR alleen toe op uitkering

Ook wordt met het wetsvoorstel het systeem van voortschrijdend cumulatief rekenen (VCR) aangepast. Het wetsvoorstel regelt namelijk dat de private uitvoerder ervoor kan kiezen de VCR alleen toe te passen over de uitkering. Private uitvoerders die namens een eigenrisicodrager de uitkering op grond van de Ziektewet (ZW) of de Werkhervattingsregeling gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA) betalen, passen nu nog de VCR toe over het loon én de uitkering. Dit is echter bewerkelijk en duur. De private uitvoerder moet namelijk ook de loonadministratie van de werkgever kunnen inzien. Hierdoor ontstaat vertraging, een grotere kans op fouten en een toename van administratieve lasten. De private uitvoerder moet per heel kalenderjaar de keuze maken om de VCR alleen over de uitkering toe te passen en dit tijdig aan de Belastingdienst doorgeven.

Deze wijziging geldt niet voor eigenrisicodragers zonder private uitvoerder. Zij hebben immers toegang tot de loonadministratie en lopen niet tegen dezelfde problemen aan als een private uitvoerder. De wet moet op 1 januari 2022 in werking treden.

Lees ook het nieuwsartikel Eigenrisicodrager? Geef keuze aparte VCR tijdig door

Bijlagen bij dit bericht