Volgens een uitspraak van de Hoge Raad vallen meer uitkeringen onder de zogenoemde no-riskpolis dan waar de Belastingdienst vanuit ging. Dat betekent dat de fiscus in sommige gevallen de gedifferentieerde premiepercentage Werkhervattingskas (Whk) over 2023 verkeerd heeft berekend.
Het gedifferentieerde premiepercentage Whk 2023 staat mogelijk onjuist in de Whk-beschikking als een werkgever een werknemer in dienst heeft genomen die minder dan 35% arbeidsongeschikt is en daarom geen uitkering uit de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) krijgt. Op grond van de no-riskpolis (artikel) krijgt deze werknemer bij ziekte een uitkering uit de Ziektewet (ZW) en eventueel aansluitend een WIA-uitkering. Met een no-riskpolis rekent de Belastingdienst de uitkeringslasten niet aan de werkgever toe, waardoor de werkgever geen hogere premie Whk betaalt.
Volgens een uitspraak van de Hoge Raad van 28 oktober 2022 (ECLI (verkort): 1557) geldt de no-riskpolis ook voor ZW-uitkeringen aan een werknemer die:
De uitspraak kwam te laat om de gevolgen daarvan mee te nemen in de beschikking Gedifferentieerd premiepercentage Whk 2023. Daarom zijn de ZW-uitkeringen en eventuele WIA-uitkeringen aansluitend aan de tweede dienstbetrekking, aan de werkgever toegerekend als uitkeringslast. Het gaat hierbij om uitkeringen die in 2021 zijn uitbetaald. Hierdoor is het gedifferentieerde premiepercentage Whk bij deze middelgrote en grote werkgevers mogelijk te hoog vastgesteld.
Als een werkgever denkt dat de uitspraak van de Hoge Raad ook voor hem geldt, doet hij er goed aan bezwaar te maken tegen de Whk-beschikking 2023. Dit bezwaarschrift moet binnen zes weken na dagtekening van de beschikking door de Belastingdienst zijn ontvangen.