Excel-formules, een lesje voor beginners

22 november 2018 | Door redactie

Excel kan u veel werk uit handen nemen door berekeningen en bewerkingen te automatiseren. Dit doet Excel met behulp van formules, ook wel functies genoemd. Maar hoe maakt u deze formules in Excel zelf?

Formules zijn berekeningen die ervoor zorgen dat in de betreffende cel een opdracht staat die aangeeft wat Excel (tools) moet berekenen. Dit kan bijvoorbeeld een som met optellen, aftrekken, delen of vermenigvuldigen zijn. Normaal gesproken zou u dan bijvoorbeeld ‘1+3=’ typen, maar in Excel werkt het net anders. Een formule begint altijd met het teken ‘=’. Zodra u dit in een cel typt, weet Excel dat er een formule volgt. De voorbeeldsom zou in Excel dus ‘=1+3’ worden. Excel hanteert de volgende rekenkundige symbolen om sommen te berekenen:

  • + (optellen)
  • - (aftrekken)
  • * (vermenigvuldigen)
  • / (delen) 

Celverwijzing in formules

Wanneer er twee of meerdere cellen bij elkaar opgeteld moeten worden, kunt u gebruik maken van celverwijzing. Hiermee weet Excel dat het gaat om het optellen van meerdere cellen. Een celverwijzing bestaat uit een combinatie van de kolomletter en het rijnummer. U kunt dit boven in de balk intypen, maar u kunt ook doorverwijzen door de betreffende cellen aan te klikken.