Mbo-scholieren van wie de ouders illegaal in Nederland verblijven, mogen stage lopen. Een stage is alleen toegestaan als de mbo’er een opleiding volgt waarin de nadruk ligt op leren en niet op werken. Dat heeft minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid onlangs laten weten aan de Tweede Kamer.
Van het vorige kabinet mochten leerlingen van wie de ouders illegaal in Nederland verblijven geen stage lopen, omdat het kabinet stage lopen als arbeid aanmerkte. Als mbo-leerlingen geen stage kunnen doen, kunnen ze hun diploma niet halen. Dat vond het huidige kabinet onwenselijk. Het nieuwe kabinet staat stage lopen daarom wel toe, maar alleen voor de beroepsopleidende leerweg (BOL) en niet voor de beroepsbegeleidende leerweg (BBL). Bij een BBL-opleiding ligt het accent namelijk meer op werken.
Meer dan 60% van de studieduur van een BBL-opleiding bestaat uit beroepspraktijkvorming. In de toekomst wordt dat zelfs minimaal 70%. De oppositie vindt het onderscheid dat de minister maakt tussen BOL- en BBL-opleidingen kunstmatig. Maar minister Asscher blijft bij zijn standpunt. Omdat een BBL-opleiding ‘werkzwaar’ is, kunnen buitenlandse jongeren alleen stage lopen met een tewerkstellingsvergunning.