Studiekosten betalen na tijdelijk contract?

17 december 2015 | Door redactie

Als een werkgever in een studiekostenbeding opneemt dat een werknemer studiekosten moet terugbetalen als op zijn verzoek het dienstverband wordt beëindigd, is de vraag of de werkgever hieronder ook het weigeren van een contractverlenging kan scharen. Uit een recente zaak blijkt dat de werkgever deze onduidelijkheid in het beding moet wegnemen.

Het hof Arnhem-Leeuwarden bepaalde onlangs dat een werkgever geen studiekosten mocht vorderen bij een werkneemster die na een tijdelijk contract geen nieuw contract had ondertekend. De werkgever had deze uitspraak niet verwacht; in het studiekostenbeding stond dat hij de studiekosten mocht verrekenen met het loon als het dienstverband op verzoek van de werkneemster zou worden beëindigd. Volgens de werkgever was dat het geval, maar hij kreeg hier dus geen gelijk in toen de werkneemster naar het hof stapte.

Formulering van studiekostenbeding onduidelijk

De werkneemster ging bij het hof in tegen het eerdere oordeel van de kantonrechter die had besloten dat de werkgever de studiekosten wél mocht vorderen. Volgens de werkneemster viel uit de omschrijving van het studiekostenbeding echter niet op te maken dat het weigeren van een verlenging van een tijdelijk contract – dus een beëindiging van rechtswege – zou gelden als een beëindiging op initiatief van de werkneemster. Het hof stelde dat de werkgever bij het sluiten van het beding de werkneemster onvoldoende had duidelijk gemaakt wat de consequenties van het beding waren. Die verheldering had hij op basis van goed werkgeverschap wel moeten geven.

Geen vordering vanwege onduidelijkheid werkgever

In het studiekostenbeding was bepaald dat de mogelijke terugbetalingsverplichting na de studie drie jaar zou duren en dat er per jaar een derde zou worden kwijtgescholden. Het hof gaf aan dat het treffen van een dergelijke terugbetalingsregeling (tool) in principe is toegestaan, maar dat de mogelijkheden niet eindeloos zijn. In dit geval schoot de bewoording van en toelichting op het beding dus tekort; de gevolgen na een tijdelijk contract hadden concreter benoemd moeten zijn.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 8 september 2015, ECLI (verkort): 6643