Soepeler belastingregime voor opvolger
De regels voor opvolgers die een onderneming erven of geschonken krijgen, worden met ingang van 2025 versoepeld. Tegelijkertijd komen er vanaf 2026 maatregelen om misbruik van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) in de erf- en schenkbelasting aan te pakken.
Opvolgers kunnen gebruikmaken van verschillende belastingvoordelen. Het idee daarachter is dat iemand die een onderneming voortzet niet direct een fikse belastingrekening voor de kiezen krijgt. Twee belangrijke regelingen zijn de BOR in de Successiewet (infographic) en de doorschuifregeling (DSR) in de inkomstenbelasting.
Voortzettingstermijn verkort naar 3 jaar
Bij de Prinsjesdagstukken zit ook een apart wetsvoorstel (pdf) met allerhande wijzigingen die het kabinet wil doorvoeren in de fiscale bedrijfsopvolgingsregelingen. Per 2025 moet al een belangrijke versoepeling in de BOR ingaan. Om gebruik te kunnen maken van deze vrijstelling gelden namelijk diverse voorwaarden. Eén daarvan is de voortzettingseis: de opvolger moet de onderneming na de verkrijging nog minimaal 5 jaar voortzetten. Doet diegene dat niet, dan vervalt ook het recht op BOR (en moet de opvolger dus het ontvangen voordeel terugbetalen). In het voorstel van het kabinet wordt deze voortzettingstermijn verkort naar 3 jaar. Dat moet het voor opvolgers ook makkelijker maken om bijvoorbeeld sneller een (broodnodige) herstructurering door te voeren zonder hun recht op BOR te verliezen.
Misbruik BOR aanpakken
In het wetsvoorstel zitten ook maatregelen die per 2026 moeten ingaan. Zo is het de bedoeling dat de BOR en de DSR (artikel) alleen nog maar toepasbaar zijn voor de verkrijging van gewone aandelen met een minimaal belang van 5%. Daardoor komen bijvoorbeeld opties op aandelen én belangen onder de 5% niet meer in aanmerking. Daarnaast wil het kabinet twee constructies voor misbruik van de opvolgingsregelingen aanpakken. Eén daarvan heeft als charmante bijnaam 'rollatorinvesteringen', want dat gaat om transacties op '(zeer) hoge leeftijd'. Kort gezegd vormt een zeer vermogend persoon privévermogen om tot ondernemingsvermogen, waardoor dit bij overdracht in aanmerking komt voor de BOR. Dat soort trucs wil het kabinet tegengaan door de zogeheten bezitseis te verlengen voor ondernemers die later dan 2 jaar na hun AOW-leeftijd de onderneming zijn gestart. Die bezitseis loopt dan geleidelijk op, boven de reguliere bezitseisen van 1 jaar voor een erfenis en 5 jaar voor een schenking. De tabel met die voorgenomen verhogingen is al eerder gedeeld.
Vrijstelling omhoog naar € 1,5 miljoen
De afgelopen tijd zijn er overigens al flinke wijzigingen doorgevoerd in de bedrijfsopvolgingsregelingen, die deels ook nog met ingang van 2025 hun beslag moeten krijgen. Zo wordt er gesleuteld aan de drempelbedragen voor de BOR. Nu geldt er nog een 100% vrijstelling voor een ondernemingswaarde tot ruim € 1,3 miljoen. Boven die grens geldt een vrijstelling van 83%. Vanaf 2025 gaat de grens van € 1,3 miljoen naar € 1,5 miljoen, en boven die drempel gaat de vrijstelling omlaag van 83% naar 75%. Daarnaast komt er een minimumleeftijd. Een opvolger kan bij een schenking alleen gebruik maken van de BOR en de DSR als diegene 21 jaar of ouder is.
Download de belangrijkste Prinsjesdagstukken in pdf, zodat u snel de achtergrondinformatie bij de hand heeft.