Helaas komt het wel eens voor dat een ouder door een ruzie met een of meerdere kinderen hen onterfd. Maar dit wil dan nog niet zeggen dat de kinderen dan niets krijgen als de ouder overlijdt/ouders overlijden. Er is namelijk wettelijk geregeld dat het kind dan toch recht heeft op een deel van de erfenis: de legitieme portie. Hoe werkt dit nu precies?
Een kind is volgens de wet of bij testament erfgenaam bij het overlijden van de ouder(s). Maar als de verhoudingen tussen ouder en kind niet zo goed zijn kan de ouder in een testament het kind onterven, minder nalaten of een beperking opleggen.
Maar in de wet is wel opgenomen dat er een grens is aan die vrijheid: het onterfde kind heeft altijd recht op een deel uit de erfenis. Dit wordt de legitieme portie genoemd. Degene die een beroep op deze portie kan doen wordt ook wel de legitimaris genoemd.
De legitieme portie is een vordering in geld en is de helft van het erfdeel dat een erfgenaam zal ontvangen. Stel u heeft twee kinderen en onterft er eentje, u overlijdt, dan bedraagt de legitieme portie: het wettelijk erfdeel is 1/2, de legitieme portie is de helft hiervan dus 1/4.
Een legitimaris kan in drie gevallen een beroep doen op de legitieme portie:
De eerste omstandigheid spreekt voor zich. In het tweede geval moet eerst de legitimaire massa (zie kader vorige pagina) worden berekend om erachter komen of de verkrijging volgens het testament lager is dan de legitieme. Bij de derde situatie gaat het om een voorwaarde of last. Het erfdeel kan bijvoorbeeld het volle erfdeel zijn, maar er rust een vruchtgebruik op.
De legitieme portie wordt berekend over de nalatenschap zelf (bezittingen minus bepaalde schulden), plus bepaalde giften die door de overledene gedaan zijn. Hierbij horen onder meer:
Het totaal van deze som heet de ‘legitimaire massa’.
Het opeisen van de legitieme gaat niet vanzelf. Er is een actie van het kind voor nodig. Het kind dat een beroep doet op zijn legitieme moet dit melden bij de erfgenamen of hun vertegenwoordiger zoals een executeur of vereffenaar. Of bij de langstlevende echtgenoot/partner als er een wettelijke verdeling is (tenzij er een executeur of vereffenaar is). De legitimaris heeft recht op alle informatie die nodig is om de legitieme te kunnen vaststellen.
Een beroep op de legitieme portie moet binnen vijf jaar na het overlijden van de ouder(s) zijn gedaan. Of eerder, als daarvoor een redelijke termijn is gesteld. De legitimaris kan zes maanden na het overlijden de betaling opeisen. Als er nog een langstlevende echtgenoot of samenwonende partner is, is dit anders. Als de wettelijke verdeling van toepassing is, hoeft de portie pas uitbetaald te worden na het overlijden van de langstlevende.
Een voorbeeldberekening: Stel dat een ouder met drie kinderen, waarvan er een is onterfd, € 150.000 heeft nagelaten. Maar tijdens zijn leven heeft hij een bedrag van € 500.000 aan zijn erfgenamen geschonken. Dit bedrag moet dan worden opgeteld bij de nalatenschap om de legitieme portie te bepalen. Bij het bepalen hiervan moet het bedrag van € 500.000 aan giften worden opgeteld bij de nalatenschap van € 150.000. De legitimaire massa bedraagt € 650.000.
De legitieme portie is niet een zesde deel van € 150.000 maar een zesde deel van € 650.000. Dat is € 108.333. De nalatenschap is echter maar € 150.000. De legitimaris is schuldeiser van de nalatenschap en ontvangt € 108.333. De twee andere erfgenamen krijgen geen € 50.000 maar mogen het restant van € 41.666 verdelen. De legitieme portie is dus hoger dan het erfdeel.