Loonbelastingtabellen

Hoeveel loonbelasting/premie volksverzekeringen uw organisatie in de loonaangifte moet inhouden op het loon van een werknemer, hangt af van een heel rijtje variabelen.

het soort loon (periodiek of eenmalig);
of de werknemer verzekerd is voor alle volksverzekeringen (standaard- of herleidingssituatie);
of hij loon uit tegenwoordige of vroegere dienstbetrekking krijgt (witte of groene tabel);
over welk tijdvak hij zijn loon ontvangt (per week, vier weken, maand, kwartaal);
of hij de loonheffingskorting laat toepassen;
het woonland van de werknemer.

In 2019 waren er voor het eerst verschillende tabellen voor werknemers die inwoner zijn van Nederland, van de zogenoemde landenkring en van een land daarbuiten. Per 2020 kwamen daar aparte tabellen bij voor inwoners van België en voor inwoners van Aruba of Suriname.

Alleenstaande-ouderenkorting via werkgever

Per 2024 was het voor werkgevers voor het eerst mogelijk om voor alleenstaande AOW'ers die voor hun organisatie werken de alleenstaande-ouderenkorting toe te passen. Om werkgevers hiertoe in staat te stellen, maken de tabellen van 2024 voor AOW'ers onderscheid tussen toepassing van de loonheffingskorting met en zonder alleenstaande-ouderenkorting. Vóór 2024 kon alleen de Sociale Verzekeringsbank (die de AOW-uitkeringen uitkeert) deze korting verrekenen.

Meest gebruikte loonbelastingtabellen

De complete lijst met loonbelastingtabellen van 2020 tot en met 2025 is te vinden via een keuzemenu op de site van de Belastingdienst. Hieronder vindt u de meest gebruikte loonbelastingtabellen van 2024 en 2025. U gebruikt ze door in de eerste kolom van de tabel te zoeken naar het loon van de werknemer. Als dat tussen twee bedragen uit de tabel ligt, neemt u het lagere bedrag. Achter dat bedrag staat wat u voor de betreffende werknemer aan loonbelasting/premie volksverzekeringen moet inhouden.