Voor een organisatie die kampt met financiële problemen door de coronacrisis, kan het lastig zijn om bij ontslag een transitievergoeding op te hoesten. Maar alleen in specifieke gevallen is het mogelijk dat de werknemer geen of een lagere transitievergoeding ontvangt.
Steeds meer organisaties hebben onvoldoende geld in kas om een transitievergoeding te betalen, zo kwam deze maand naar voren in een item van BNR Nieuwsradio. Organisaties verkeren in financiële nood en willen daarom tot ontslag overgaan, maar de transitievergoeding bemoeilijkt dit. En dus houden de problemen aan. Vakbond CNV concludeerde eerder al dat sommige werkgevers het recht op de transitievergoeding proberen te negeren. Vanuit het kamp van de werkgevers is gevraagd aan de overheid om transitievergoedingen te voorfinancieren en de kosten later – als het weer beter met de economie gaat – te verrekenen. Het ‘coronakabinet’ wil echter ontslagen niet faciliteren. Een werkgever kan wel onder voorwaarden de transitievergoeding in termijnen betalen, de vergoeding verlagen met scholingskosten of een compensatie voor de vergoeding ontvangen.
Elke werknemer die onvrijwillig uit dienst treedt – omdat de werkgever hem ontslaat of zijn contract niet verlengt of omdat de werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld – heeft in principe recht op de transitievergoeding. Maar in de volgende gevallen is de vergoeding niet verplicht:
Meer informatie over de transitievergoeding vindt u in de toolbox Zo berekent u de correcte transitievergoeding.