Er komt een overgangsregeling voor het betalen van de transitievergoeding aan seizoenswerkers. Daardoor hoeft u niet altijd meteen een transitievergoeding te betalen na ontslag. Dit heeft minister Asscher van Sociale Zaken onlangs aangekondigd.
Uw organisatie betaalt vanaf 1 juli 2015 aan werknemers met wie u de samenwerking na minimaal twee jaar beëindigt een transitievergoeding. De hoogte van die vergoeding hangt af van het loon van de werknemer en de duur van het dienstverband. Bij het bepalen van de duur van het dienstverband moet u ook rekening houden met contracten die een werknemer in het verleden bij uw organisatie heeft gehad. Alle contracten die elkaar met een onderbreking van hoogstens zes maanden hebben opgevolgd tellen namelijk in principe mee met terugwerkende kracht. Daardoor kan de transitievergoeding voor seizoenswerkers, die alleen in de zomer of winter voor uw organisatie werken, behoorlijk oplopen. Minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft daarom in een brief aan de Tweede Kamer (pdf) een overgangsregeling aangekondigd om de financiële lasten voor organisaties met veel seizoenswerkers te beperken.
U hoeft door de overgangsregeling geen transitievergoeding te betalen als u een werknemer de garantie geeft (in de vorm van een arbeidsovereenkomst) dat hij binnen zes maanden weer bij uw organisatie aan de slag kan. Voor werknemers met een tijdelijk contract die u geen verlenging aanbiedt, geldt daarnaast het volgende:
Na 1 juli 2015 hoeft u tijdelijke contracten waar minstens zes maanden tussen zitten niet met terugwerkende kracht mee te tellen voor de berekening van de transitievergoeding.