Vanaf 1 juli 2019 compensatie voor transitievergoeding?

19 september 2017 | Door redactie

Werkgevers moeten vanaf 1 juli 2019 recht krijgen op een compensatie voor de transitievergoeding die zij hebben betaald bij ontslag om langdurige ziekte. Dat blijkt uit de Rijksbegroting 2018 van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Als een werkgever een werknemer na twee jaar ziekte ontslaat, moet hij een transitievergoeding betalen. Dit wordt als onrechtvaardig beschouwd, omdat voor werkgevers de kosten tijdens de ziekteperiode van de werknemer al zo hoog zijn. Demissionair minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft daarom een wetsvoorstel opgesteld dat een compensatie door UWV voor de transitievergoeding (tools) bij ontslag wegens langdurige ziekte regelt. Na de Tweede Kamerverkiezingen besloot de Tweede Kamer de behandeling van dit wetsvoorstel echter uit te stellen tot er een nieuw kabinet is geformeerd. Daardoor was de beoogde ingangsdatum van 1 januari 2019 niet meer haalbaar. In de Rijksbegroting 2018 staat nu dat de compensatieregeling in ieder geval niet voor 1 juli 2019 in werking kan treden.

Onzekerheid over compensatie transitievergoeding

De financiële middelen voor de uitvoering van het wetsvoorstel in 2019 zijn voor een deel doorgeschoven naar 2020. Daarbij is rekening gehouden met het feit dat de compensatieregeling met terugwerkende kracht zal ingaan: voor alle transitievergoedingen die vanaf 1 juli 2015 zijn betaald bij ontslag wegens langdurige ziekte moet er een compensatie komen.
Dat er nu een nieuwe beoogde ingangsdatum is bepaald, betekent niet dat de kans dat de compensatiemaatregel door de Tweede en Eerste Kamer komt is toegenomen. Er is veel kritiek op het voorstel, dus het is maar de vraag of werkgevers de compensatie daadwerkelijk zullen krijgen.