Het wetsvoorstel voor compensatie van de transitievergoeding na ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid is naar de Tweede Kamer gestuurd. Dat is goed nieuws voor werkgevers.
Uit het wetsvoorstel blijkt dat een werkgever straks een compensatie kan ontvangen voor de transitievergoeding en de daarvan afgetrokken transitie- en inzetbaarheidskosten als hij na twee jaar ziekte een dienstverband beëindigt. Het maakt niet uit of dit gebeurt via opzegging, ontbinding, het aflopen van een contract of ontslag met wederzijds goedvinden (in dit laatste geval is de transitievergoeding niet verplicht). De compensatie komt uit het Algemeen werkloosheidsfonds (Awf). De Awf-premie wordt hiervoor structureel met 0,1% verhoogd.
De transitievergoeding wordt niet altijd volledig gecompenseerd. Zoals al was aangekondigd, wordt het deel van de transitievergoeding dat een werknemer opbouwt na de eerste twee jaar van ziekte niet gecompenseerd. Ook bedraagt de compensatie nooit meer dan het bedrag aan brutoloon dat de werknemer tijdens ziekte heeft ontvangen. Verder ontvangt de werkgever geen compensatie voor de periode waarin aan hem een loonsanctie is opgelegd. In een aparte regeling wordt uitgewerkt hoe werkgevers de compensatie straks bij UWV kunnen aanvragen.
De beoogde ingangsdatum van de compensatiemaatregel is 1 januari 2019. De bepalingen gaan met terugwerkende kracht in: elke werkgever die op of na 1 juli 2015 een transitievergoeding (tools) wegens langdurige ziekte heeft betaald, komt in aanmerking voor een compensatie. Naast de compensatiemaatregel bevat het wetsvoorstel ook nieuwe regels voor ontslagvoorzieningen die in de cao zijn afgesproken. Die regels treden mogelijk al per 1 januari 2018 in werking.