Er zijn werkgevers die ervoor kiezen om werknemers na twee jaar ziekte in dienst te houden zodat ze geen transitievergoeding hoeven te betalen. Dit meldde de Volkskrant vorige week. Toch kent zo’n sluimerend dienstverband ook risico’s.
In het nieuwsartikel ‘Straks transitievergoeding na twee jaar ziekte’ kon u al lezen dat u door de invoering van de Wet werk en zekerheid sinds 1 juli 2015 ook een transitievergoeding moet betalen aan werknemers die na 104 weken ziekte uit dienst treden. Uit het bericht dat vorige week verscheen in de Volkskrant blijkt dat veel werkgevers hier moeite mee hebben. Ze hebben immers voordat ze de transitievergoeding moeten betalen ook al twee jaar het loon doorbetaald en geïnvesteerd in de re-integratie. Er zijn dan ook werkgevers die na twee jaar ziekte kiezen voor een zogenoemd sluimerend dienstverband en de werknemer in dienst houden. De werknemer kan dan wel gewoon een WIA-uitkering aanvragen, maar u hoeft geen transitievergoeding te betalen.
Kiest u voor deze constructie, dan moet u er rekening mee houden dat de zieke werknemer na verloop van tijd – als hij weer geheel of gedeeltelijk hersteld is – misschien zijn werk wil hervatten. U moet dan weer loon betalen. Dit kan nadelig zijn, bijvoorbeeld als u inmiddels iemand anders voor de functie heeft aangenomen. Wilt u in dat geval alsnog het dienstverband beëindigen, dan moet u nog steeds een transitievergoeding betalen en deze kan inmiddels behoorlijk opgelopen zijn.
Bovendien kan het in dienst houden van een zieke werknemer gevolgen hebben als u het afspiegelingsbeginsel moet toepassen vanwege bedrijfseconomische redenen. Het kan er dan voor zorgen dat u een zieke werknemer in dienst moet houden, ten koste van een andere werknemer die op basis van het afspiegelingsbeginsel eerder voor ontslag in aanmerking komt.