Bij berekening vakantiebijslag gaat nog veel fout

23 april 2020 | Door redactie

Veel werkgevers keren aan hun werknemers nog steeds te veel of juist te weinig aan vakantiebijslag uit. Om dit te voorkomen is het goed om te weten over welke loonbestanddelen er nu wel of niet vakantiebijslag berekend moet worden.

In de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (WML) is opgenomen dat werknemers recht hebben op een jaarlijkse vakantiebijslag. Dit is 8% over hun brutoloon tot een bepaald maximum. Bijvoorbeeld: de opbouw van de vakantiebijslag over 2020 vindt plaats gedurende de periode van 1 juni 2019 tot en met 31 mei 2020. Die vakantiebijslag moet een werkgever berekenen over het brutojaarloon (tool) van de werknemer. Tot dit loon behoren ook:

  • uitkeringen die de werknemer ontvangt gedurende ziekte, vakanties of andere verhinderingen die voor rekening en risico komen voor de werkgever;
  • provisie;
  • prestatiebeloningen;
  • gevarengeld;
  • overwerkloon, tenzij in de cao afwijkende regels staan (dit geldt sinds 1 januari 2018).

Ook over uitbetaling vakantiedagen vakantiebijslag berekenen

Ook als een werknemer een deel van zijn (bovenwettelijke) vakantiedagen laat uitbetalen, moet een werkgever hierover vakantiebijslag berekenen. De volgende loonbestanddelen tellen echter niet mee:

  • jubileumuitkeringen;
  • onkostenvergoedingen;
  • winstuitkeringen;
  • eindejaarsuitkeringen.