Een meerderheid van de werknemers ontvangt dit jaar meer vakantiebijslag dan vorig jaar als gevolg van aangepaste belastingtarieven. Alleen voor werknemers met parttime banen en lagere lonen valt de vakantiebijslag lager uit.
Dit jaar kunnen de meeste werknemers meer vakantiebijslag verwachten dan vorig jaar. Dit komt door een verlaging van het belastingpercentage voor bijzondere beloningen, waar de vakantiebijslag onder valt. Door de wijziging ontvangen werknemers met een minimumloon (€ 1.653,60 per maand) bijna € 30 meer en werknemers met een modaal inkomen (€ 2.816 per maand) gaan er € 6 op vooruit. Maar doordat het tarief met 2,25 procentpunt omlaag is gegaan, profiteren werknemers met een inkomen van twee keer modaal of hoger het meeste van de belastingwijzigingen, zo blijkt uit cijfers van HR- en salarisdienstverlener ADP:
Er is ook een groep werknemers die te maken krijgt met een tariefverhoging en daardoor niet profiteert van de hogere arbeidskorting. Dat zijn de werknemers met een parttime baan die tussen de € 1.000 en € 1.250 euro per maand verdienen. Zij ontvangen juist zo’n € 6 tot € 7 minder aan vakantiebijslag.
Voor werkgevers die kampen met financiële problemen vanwege de coronacrisis, kan de uitbetaling van vakantiebijslag dit jaar een lastige opgave zijn. De wet biedt echter zeer weinig mogelijkheden om deze uitbetaling uit te stellen. Werkgevers zijn namelijk verplicht de vakantiebijslag uiterlijk in juni uit te keren. En als het contractueel is vastgelegd dat de uitbetaling in mei plaatsvindt, dan moeten werkgevers zich daaraan houden. Wel kunnen werkgevers eventueel afspraken maken met werknemers over een oplossing. Het blijft in elk geval belangrijk dat de werkgever de vakantiebijslag goed berekent, zodat hij niet te veel betaalt.