Stichting van de Arbeid: maak verlofsparen makkelijker
De Stichting van de Arbeid pleit in een brief aan het kabinet voor het wegnemen van een fiscale belemmering voor verlofsparen. In de praktijk blijkt het namelijk lastig te zijn om gespaard verlof mee te nemen naar een andere werkgever als de werknemer wisselt van baan.
In een (collectieve) arbeidsovereenkomst kan zijn afgesproken dat werknemers betaald vakantie- of compensatieverlof (kunnen) opbouwen. Hierbij gaat het om bovenwettelijk verlof. Werknemers kunnen tijdens het dienstverband zonder fiscale gevolgen maximaal 100 weken aan verlof sparen. Op de balans van de werkgever wordt voor het verlofsaldo dan een voorziening getroffen. De werknemer kan het opgebouwde verlof – in overleg met zijn werkgever – op allerlei momenten tijdens zijn loopbaan (gedeeltelijk) opnemen.
Verlofsaldo zonder belastinggevolgen onderbrengen bij externe uitvoerder
De Stichting van de Arbeid stuurde onlangs een brief over dit verlofsparen aan staatssecretaris Van Oostenbruggen van Financiën en minister Van Hijum van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). De Stichting verzoekt het kabinet om in wet- en regelgeving vast te leggen dat er geen loonheffingen verschuldigd zijn wanneer de geldwaarde van opgespaard verlof ondergebracht wordt bij een externe uitvoerder. Denk hierbij aan een bank, pensioenuitvoeringsorganisatie of beleggingsinstelling als vermogensbeheerder.
Werkgever houdt loonheffingen in over verlofdag
Als dit mogelijk wordt, zou de werkgever aan zijn werknemer die een verlofdag opneemt het loon op deze dag doorbetalen met inhouding van loonheffingen. De bank, pensioenuitvoeringsorganisatie of beleggingsinstelling betaalt aan de werkgever de waarde van de verlofdag. Het opnemen van verlofdagen kan dus alleen via verloning door een werkgever. Omdat de rekening geblokkeerd is, kan de werknemer geen bedragen rechtstreeks storten of opnemen.
Verlofsparen meenemen naar nieuwe werkgever
Hiermee wordt het voor de werknemer makkelijker om zijn opgebouwde verlof mee te nemen naar een andere werkgever als hij van baan wisselt. De werknemer is voor het overbrengen van de verlofaanspraak immers niet afhankelijk van de instemming en medewerking van de oude of de nieuwe werkgever. Ook loopt de werknemer geen risico meer om zijn gespaarde verlofdagen kwijt te raken als de werkgever failliet gaat. Ze staan immers niet meer op de balans van de werkgever.
Als de werknemer voor zijn pensioen overlijdt, zal de uitvoeringsinstelling – net als wanneer de werkgever de verlofdagen administreert – een eenmalige uitkering moeten betalen aan de nabestaanden met inhouding van loonheffingen.
Meer informatie over regelingen om eerder met pensioen te gaan vind je in de toolbox Snel aan de slag met regelingen voor vervroegd pensioen.