Vergoeding regulier overwerk is onderdeel van vakantieloon

1 oktober 2024 | Door redactie

Onder het loon dat de werkgever moet betalen als een werknemer met vakantie is, valt ook een vergoeding voor ‘regulier’ overwerk. Dat heeft de Hoge Raad bepaald in een viertal uitspraken over kraanmachinisten van dezelfde werkgever.

Soms is het niet zo duidelijk op welk loon een werknemer precies recht heeft als hij een vakantiedag opneemt. Er kan bijvoorbeeld discussie ontstaan over toeslagen bovenop het basisloon. In de zaak bij de Hoge Raad stond de overwerkvergoeding centraal. Vier kraanmachinisten hadden in zes jaar tijd veel overgewerkt. Zij wilden dat hun werkgever de vergoeding voor die gewerkte uren meenam in de berekening van het vakantieloon. Maar dat deed hij niet, wat voor de werknemers reden was om een gerechtelijke procedure te starten.
De kantonrechter oordeelde dat de werkgever het verrichte overwerk niet verplicht had en daarom de bijbehorende overwerkvergoeding geen onderdeel van het vakantieloon hoefde te zijn. In hoger beroep vernietigde het hof dat vonnis en in cassatie sloot de Hoge Raad zich daarbij aan.

Eenzijdig opleggen van overwerk is geen vereiste

Belangrijk zijn de Europese Arbeidstijdenrichtlijn en het zogenoemde arrest Hein/Holzkamm van het Hof van Justitie van de Europese Unie. Hieruit volgt dat de werknemer tijdens vakanties een vergelijkbaar loon moet krijgen als in gewerkte periodes, zodat er geen financiële belemmering is voor het opnemen van vakantie-uren. Als een werknemer regelmatig overwerkt op basis van ‘uit de arbeidsovereenkomst voortvloeiende verplichtingen’, en de overwerkvergoeding een belangrijk onderdeel vormt van de ‘totale vergoeding die hij voor zijn beroepsactiviteit ontvangt’, valt die overwerkvergoeding onder het vakantieloon.
De Hoge Raad benadrukt dat het geen vereiste is dat de werkgever het overwerk eenzijdig aan de werknemer kan opleggen en dit zou kunnen afdwingen. Bij de kraanmachinisten verliep overwerk in goed overleg. Het overwerken was een normale zaak, wat ook bleek uit de hoeveelheid overuren waar de kraanmachinisten jarenlang iedere verloningsperiode voor werden ingepland. Overwerk was zo een uit de arbeidsovereenkomst voortvloeiende verplichting geworden.
Hoge Raad, 27 september 2024, ECLI (verkort): 1317, 1319, 1320, 1322