Brainstormen helpt bij het ontwikkelen van nieuwe ideeën of producten en het aanboren van nieuwe markten. Een brainstormsessie genereert vaak oplossingen die niet voor de hand liggen. Een effectieve brainstorm kent verschillende fasen.
De deelnemers aan een brainstormsessie formuleren eerst een gezamenlijk doel. Dit doel is bij voorkeur motiverend, zodat iedereen enthousiast de brainstormsessie ingaat. Vervolgens begint het echte brainstormen, waarbij een deelnemer alles mag opschrijven wat in hem opkomt bij het onderwerp van de brainstorm. Direct in een bepaalde richting denken is namelijk niet goed voor de creativiteit. De deelnemers kunnen ervoor kiezen een wekker te zetten en in rondes van bijvoorbeeld drie of vijf minuten te werken. De ideeën schrijven de deelnemers bij voorkeur op losse kaartjes (tegenwoordig zijn er ook online programma's te vinden om digitaal kaartjes te genereren). In de eerste ronde kunnen zij hun eigen ideeën opschrijven, in een tweede ronde kunnen zij ideeën opschrijven die geïnspireerd zijn op de uitkomsten van anderen uit de eerste ronde. Uit de kaartjes kiezen de deelnemers vervolgens een aantal ideeën die haalbaar genoeg zijn om te testen. Het groeperen van kaartjes wil trouwens vaak verrassende combinaties opleveren. Vervolgens is het zaak om zo SMART mogelijk concrete acties te formuleren, de verantwoordelijkheden te verdelen en een follow-up te plannen.
Deelnemers doen er goed aan niet in de valkuil ‘dat werkt toch niet’ te trappen, want dat is slecht voor de creativiteit en het enthousiasme. In een brainstormsessie is er eigenlijk geen 'fout'. De neiging van werknemers om in hun ogen onhaalbare of onwenselijke geesteskindjes direct af te knallen, moet dus beteugeld worden. Zelfs als sommige ideeën volledig uit de lucht lijken gegrepen, zouden ze de deelnemers zomaar op een nieuw, nog niet eerder ingeslagen gedachtenspoor kunnen zetten. En als de brainstomers per se op de negatieve toer willen, is het organiseren van een zogenoemde 'negatieve brainstorm' altijd nog een idee.