Per 1 april moet de calamiteitenregeling van kracht worden. Deze regeling vervangt onder meer de huidige regels voor vorstverlet. Eerder werd de invoering van deze regeling al twee keer uitgesteld. Wordt de regeling deze keer wel echt ingevoerd?
De calamiteitenregeling voegt per 1 april de huidige sectorregelingen voor WW bij onwerkbaar weer en de regeling Werktijdverkorting samen. Hoewel de regeling al uit het sociaal akkoord van 2013 stamt, werd de invoering ervan al twee keer uitgesteld. In 2014 heeft minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aangegeven dat de regeling per 1 april 2016 wel echt ingevoerd wordt, maar sindsdien is het opvallend stil gebleven.
De Sociaal Economische Raad (SER) keurt de calamiteitenregeling af. Volgens de SER komen door de regeling alle mogelijkheden voor maatwerk per sector te vervallen. Voor werkgevers betekent de invoering van de calamiteitenregeling namelijk dat zij bij onwerkbaar weer – zoals extreme gladheid of strenge vorst – gedurende drie weken het loon van de werknemers moeten blijven uitbetalen. Pas na die drie weken krijgen de werknemers recht op een WW-uitkering. Dat is voor werkgevers in sommige sectoren een fikse achteruitgang, omdat werknemers nu al op de eerste dag van onwerkbaar weer een WW-uitkering krijgen.
Als er na de invoering van de calamiteitenregeling sprake is van een zogenoemde niet-economische calamiteit, is de wachttijd waarin werkgevers het loon van de werknemers door moeten betalen twee weken. Voorbeelden van niet-economische calamiteiten uit het verleden zijn de vuurwerkramp in Enschede en de MKZ-crisis.