De politiek vindt al jaren dat de fiscale verschillen tussen werknemers, ondernemers voor de inkomstenbelasting (IB) en directeur-grootaandeelhouders (dga’s) kleiner moeten worden. Uit de Prinsjesdagplannen blijkt nu vooral dat er de komende jaren een bijzonder gure fiscale wind opsteekt voor dga’s en hun bv. Misschien daarom die bv maar inruilen voor een IB-onderneming?
Natuurlijk spelen er bij de keuze tussen een IB-onderneming of bv meer overwegingen dan alleen fiscale zaken, denk bijvoorbeeld aan de aansprakelijkheid, maar dat er op het betalen van belasting wordt bespaard door te ondernemen via een bv is wel een belangrijk motief voor velen. De Prinsjesdagplannen brachten echter niet al te best nieuws voor de dga en zijn bv.
Het lage VPB-tarief gaat omhoog van 15% naar 19% en de grens waarvoor dit tarief geldt gaat omlaag van € 395.000 naar € 200.000. Ook gaat er een streep door de zogeheten doelmatigheidsmarge die dga’s mogen gebruiken bij het bepalen van hun gebruikelijk loon. Dit komt er op neer dat veel dga’s een hoger salaris moeten opgeven in de loonaangifte en dus meer belasting gaan betalen. Verder gaat het toptarief in box 2 naar 31% (bij bedragen boven de € 67.000) in 2024. Dat is nu nog 1 tarief van 26,9%.
Daartegenover krijgt de IB-ondernemer volgend jaar te maken met een nog lagere zelfstandigenaftrek en kan hij geen oudedagsreserve meer opbouwen. Toch wel iets minder zware aanpassingen dan die voor de dga.
Daarmee dringt de vraag zich op: is het niet onderhand tijd om van dga weer IB-ondernemer te worden (verdiepingsartikel)? Puur fiscaal gezien misschien wel. Momenteel is het minimale gecombineerde tarief voor een dividenduitkering 37,87% (15% VPB en 26,9% in box 2). In 2023 wordt dat minimaal 40,79%, omdat het lage VPB-tarief stijgt naar 19%, maar vanaf 2024 kan het dus veel hoger worden als er sprake is van een flinke dividenduitkering door de box 2-stijging.
Voor het maken van een goede afweging lees dit verdiepingsartikel!