Ook als een bv geen activiteiten meer verricht en zelfs geen bankrekeningen meer heeft, moet ze toch aangifte doen als de inspecteur hiertoe een uitnodiging doet. Dat heeft de Hoge Raad onlangs bevestigd.
Een bv had over twee jaren geen aangifte vennootschapsbelasting gedaan. De inspecteur had de bv wel uitgenodigd tot het doen van aangifte. Maar zelfs na een herinneringsbrief en een aanmaning bleef de aangifte achterwege. Pas toen de inspecteur een ambtshalve aanslag en een verzuimboete (tool) oplegde wegens het niet voldoen aan de aangifteplicht, kwam de bv in actie en stapte naar de rechter. Omdat de bv haar aangifteplicht had geschonden, rustte op haar de omgekeerde en verzwaarde bewijslast om aan te tonen dat de aanslag van de inspecteur niet klopte.
Dit probeerde de bv door te stellen dat ze slechts een lege vennootschap was zonder bankrekeningen en een administratie (tool). Ze had de laatste jaren geen enkele activiteit meer ondernomen en ze meende dat het, zonder dat er belastbare feiten werden verricht, niet nodig was om aangifte te doen. Maar volgens het gerechtshof was dit niet voldoende om de bv te ontslaan van haar aangifteplicht. De Hoge Raad heeft dit oordeel nu bevestigd. Voor concerns met een aantal lege bv’s kan het daarom raadzaam zijn om nog eens na te gaan of het niet verstandiger is deze bv’s op te heffen.
Hoge Raad, 4 november 2016, ECLI (verkort): 2509