Bv’s die werken met een gebroken boekjaar krijgen van de Belastingdienst automatisch een nieuwe voorlopige aanslag (VA) voor de vennootschapsbelasting (VPB)2019/2020. Omdat de voorgenomen tariefsverlaging voor 2020 niet is doorgegaan kan het zijn dat deze voorlopige aanslag te laag is.
De Tweede Kamer heeft onlangs het Belastingplan voor 2020 goedgekeurd. Hierin is onder andere opgenomen dat de tariefsverlaging voor de VPB voor winsten boven de € 200.000 25% blijft (tot winsten onder € 200.000 wordt het tarief 16,5%). Dit tarief zou eerst wel dalen. De Eerste Kamer moet het plan echter nog wel goedkeuren. Maar om de voorlopige aanslagregeling op tijd uit te kunnen voeren zijn de tarieven voor 2020 al wel opgenomen in de systemen van de Belastingdienst.
VPB-plichtigen met een normaal boekjaar (van 1 januari tot en met 31 december) hebben daardoor een VA ontvangen met de juiste tarieven. Voor bv’s met gebroken boekjaren is dit echter een ander verhaal. Als het boekjaar in 2019 is gestart en in 2020 eindigt is de VA VPB vastgesteld op basis van het voorgenomen tarief. Dit klopt dus niet. De tariefsverlaging is immers voor de hogere winsten niet doorgegaan. Hierdoor kan het zijn dat de VA te laag is. En dit kan ertoe leiden dat er een belastingrente (tool) van 8% om de hoek komt kijken als de VA niet wordt aangepast.
Alle VA’s zullen daarom na de aanpassing van de tarieven opnieuw worden berekend. Dit kan ertoe leiden dat er een nieuwe VA volgt voor bv’s met een gebroken boekjaar. Deze bv’s hoeven hiertoe geen actie te ondernemen, de fiscus doet dit automatisch.