Ondernemingen kunnen sinds dit jaar niet meer rekenen op een betalingskorting als zij hun voorlopige aanslag vennootschapsbelasting (VPB) in één keer betalen. Vergeet niet om de voorlopige aanslag te controleren en aan te passen als dat nodig is.
Tot dit jaar konden ondernemingen een korting krijgen als zij de voorlopige aanslag VPB in één keer betaalden vóór het verstrijken van de eerste betaaltermijn. De korting werd onder meer gebaseerd op de gemiddelde belastingschuld van de onderneming.
Met ingang van 2023 is er een streep gezet door deze korting. Dat de betalingskorting zou gaan vervallen, heeft het toenmalige kabinet al in 2019 aangekondigd. Aanvankelijk zou de korting al per 2021 verdwijnen, maar de Belastingdienst kreeg dat uitvoeringstechnisch niet voor elkaar. Daarom is de korting in 2021 en afgelopen jaar nog blijven bestaan. Ondernemingen kunnen nog steeds in 2023 de voorlopige aanslag VPB in één keer betalen, maar dan dus zonder korting.
In de inkomstenbelasting blijft de betalingskorting voor voorlopige aanslagen overigens wel bestaan. De hoogte van deze korting is gekoppeld aan de invorderingsrente, die sinds 1 januari 2023 is verhoogd naar 3%.
De Belastingdienst stuurt in het begin van het jaar de voorlopige aanslagen (artikel) inkomstenbelasting en VPB uit. Belastingplichtigen kunnen op die manier al gedurende het jaar belasting betalen, in plaats van in één keer achteraf. De voorlopige aanslagen baseert de Belastingdienst op gegevens van voorgaande jaren en de nieuwe tarieven voor 2023. Voor ondernemingen is het van belang om na te gaan of de aanslag aansluit bij de werkelijke situatie. Want mogelijk verwachten zij veel meer winst, of juist minder. In dat laatste geval betaalt de onderneming te veel belasting. Het aanpassen van de voorlopige aanslag kan op drie manieren: