Om een onafgebroken voornemen tot herinvestering aan te tonen, mag u gebruikmaken van oude of zelfs achteraf opgestelde gespreksverslagen van besprekingen met uw accountant. Volgens Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden vormen dit soort gespreksverslagen afdoende bewijs om een vrijval in de winst te voorkomen.
In 2007 en 2008 verkocht een bv een aantal panden, waarbij ze een boekwinst behaalde. De boekwinst van 2007 werd in datzelfde jaar echter niet opgegeven als winst, en pas met de boekwinst van 2008 toegevoegd aan een herinvesteringsreserve (HIR). Hier ging de inspecteur niet mee akkoord. Hij stelde dat er geen sprake kon zijn van een voornemen tot herinvesteren (tool), aangezien de bv die blijkbaar nog niet had aan het einde van 2007. In de bezwaarfase in 2012 kwam de bv echter met een verklaring op de proppen. Dit was een achteraf opgesteld gespreksverslag met de accountant waaruit zou blijken dat de bv wel degelijk een herinvesteringsvoornemen had. De inspecteur was echter nog steeds niet overtuigd.
In eerste instantie koos Rechtbank Gelderland de zijde van de fiscus. Het verslag had een dagtekening van zes jaar na dato en het gesprek had in februari 2007 plaatsgevonden. Dat zei volgens de rechtbank niets over een investeringsvoornemen aan het einde van dat jaar. Het gerechtshof vond in hoger beroep (tool) het gespreksverslag echter wel overtuigend. Naast het gespreksverslag was er namelijk ook een koopovereenkomst uit 2010 waarmee het geclaimde herinvesteringsvoornemen uit 2007 duidelijk bekrachtigd werd. De bv had de HIR dus mogen vormen en de navorderingsaanslag (tool) ging van tafel.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 13 november 2015, ECLI (verkort): 8371