Nederland moet haar tarief voor de vennootschapsbelasting (VPB) meer in overeenstemming brengen met de lagere tarieven in andere landen. Zo blijft ons land als vestigingsland voor organisaties fiscaal aantrekkelijk in de toekomst. Dit heeft staatssecretaris Wiebes van Financiën onlangs aangegeven. Het plan maakt hij met Prinsjesdag bekend.
Wiebes heeft onlangs gezegd dat het niet te vermijden is dat Nederland zijn tarief voor de VPB (tool) meer in overeenstemming moet brengen met de lagere tarieven die worden toegepast in de met ons land concurrerende landen. Door de internationale aanpak van belastingontwijking binnen en buiten de EU kan ons land er niet aan ontkomen om het VPB-tarief aan te pakken. Anders zal Nederland fiscaal niet meer aantrekkelijk zijn voor internationale organisaties die hier gevestigd zijn of zich hier willen vestigen. Wiebes komt op Prinsjesdag met plannen waarin hij aangeeft hoe ons land in de toekomst internationaal fiscaal aantrekkelijk kan blijven.
Het huidige VPB-tarief bedraagt 20% voor winsten tot € 200.000. Daarboven is het tarief 25%. In het Jaarverslag 2015 van het ministerie van Financiën is in een berekening opgenomen wat de verlaging van het VPB-tarief Nederland zal gaan kosten. Een verlaging van het hoge 25%-tarief naar 24%, geeft een kostenpost van € 550 miljoen. Als het 20%-tarief naar 19% zal worden aangepast, kost dit € 170 miljoen. Er moet natuurlijk in de politiek nog wel draagvlak worden gevonden voor de verlaging van het VPB-tarief.