Wat staat er in de WBO naast betaald ouderschapsverlof?

28 juni 2022 | Door redactie

Vanaf 2 augustus 2022 geldt de Wet betaald ouderschapsverlof (WBO). Naast een uitkering van UWV bij opname van ouderschapsverlof bevat deze wet diverse andere maatregelen die op 2 augustus ingaan. Om welke wetswijzigingen gaat het zoal?

In de Wet arbeid en zorg (WAZO) wordt opgenomen dat een werknemer tijdens een WAZO-verlof zijn rechten behoudt. Die rechten zijn na afloop van het verlof dus ‘gewoon’ van toepassing, evenals nieuwe rechten op basis van de wet of cao; u kunt de werknemer niet benadelen. Dit laatste komt ook concreet in de wet te staan. Na het verlof moet u de werknemer onder voor hem niet minder gunstige voorwaarden en omstandigheden laten terugkeren in zijn oorspronkelijke functie of in een gelijkwaardige functie. Bovendien moet u hem laten profiteren van elke verbetering van de arbeidsvoorwaarden waarop hij aanspraak had kunnen maken als hij geen verlof had opgenomen.

Andere wijzigingen voor ouderschapsverlof

In de Arbeidstijdenwet staat dat een werknemer kan verzoeken om tijdelijke aanpassing van zijn arbeidstijdpatroon na afloop van ouderschapsverlof. Dit wetsartikel vervalt, omdat het overbodig is geworden door de Wet flexibel werken, die werknemers een vergelijkbaar recht geeft.
De mogelijkheden om via de cao in het nadeel van werknemers af te wijken van wetsartikelen over ouderschapsverlof, wijzigen iets. Zo valt er niet meer af te wijken van het artikel dat een werknemer recht geeft op dit verlof bij werk buiten Nederland (tenzij er een zwaarwegend bedrijfsbelang is). Dit geldt ook voor de regel dat werknemers twee maanden vóór de ingangsdatum het verlof aanvragen.

Minimaal een week kortdurend zorgverlof

De mogelijkheid om via de cao of een regeling met de ondernemingsraad het kortdurend zorgverlof (artikel) te verkorten, wordt beperkt. Een werknemer behoudt altijd het recht op minimaal eenmaal de arbeidsduur per week aan kortdurend zorgverlof per 12 achtereenvolgende maanden.

Voor meer werknemers aanvullend geboorteverlof

Werknemers die niet voor de Ziektewet verzekerd zijn, krijgen recht op aanvullend geboorteverlof, met uitkering van UWV. Denk hierbij aan de directeur-grootaandeelhouder. De uitkering bedraagt, naar rato van de arbeidsduur per week, maximaal 70% van het wettelijk minimumloon. Een fulltime werkweek is voor de berekening van de uitkering standaard 40 uur. Deze verlofuitkering is lager dan voor ‘reguliere’ werknemers. De aanvraag van de uitkering verloopt in principe via de werkgever.

Altijd recht op WFW-verzoek

In de Wet flexibel werken (WFW) wijzigt het volgende:

  • Een werknemer die voor beperkte duur zijn arbeidsduur, -plaats of -tijden laat aanpassen, krijgt expliciet het recht na afloop van die periode terug te keren naar het oorspronkelijke werkpatroon. En als ‘de omstandigheden dit rechtvaardigen’, kan de werknemer al vóór het einde van die periode verzoeken om terugkeer naar het oorspronkelijke werkpatroon.
  • Werknemers met een kind in de leeftijd tot 8 jaar of die zorg verlenen aan een persoon voor wie zorgverlof is op te nemen (mantelzorg) kunnen vanaf komende maand áltijd een WFW-verzoek (tool) bij u indienen, ook als zij AOW-gerechtigd zijn, recent een verzoek hebben ingediend, bij een kleine organisatie werken of onder een afwijkende cao vallen.
  • Er komt een verbod op benadeling van een werknemer die gebruikmaakt van WFW-rechten.