Werknemers die een baan combineren met mantelzorg lopen het risico om zelf uit te vallen. Werkgevers moeten hierop bedacht zijn. De groep werkende mantelzorgers zal de komende jaren alleen maar toenemen en dat vraagt om maatregelen in de organisatie.
Op dit moment combineren bijna twee miljoen mensen hun baan met het geven van mantelzorg aan een ouder, partner of kind. En dat aantal zal de komende jaren alleen maar toenemen. Bovendien zullen er door de vergrijzing relatief meer oudere mantelzorgers zijn. Dat blijkt uit een recent rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Mantelzorg wordt het vaakst verleend aan de partner of een ander familielid. De combinatie mantelzorg en werk werk komt vaker bij vrouwen voor dan bij mannen: een op de drie vrouwen combineert een baan met mantelzorg; bij de werkende mannen is dit 20%.
Vooral mantelzorgers minimaal acht uur per week mantelzorg verlenen, voelen zich door de combinatie van werk en zorg onder druk staan. Ze worden ook ad hoc opgeroepen of ingeschakel waardoor ze van hun werk weg moeten, maar ook in hun vrije tijd doen ze veel. Dat veroorzaakt stress. Werknemers die mantelzorg verlenen, bespreken dit niet altijd met hun werkgever. Pas als de combinatie werk en zorg te zwaar wordt en er problemen optreden, komt het ter sprake of blijkt het doordat iemand uitvalt. Werkgevers kunnen dit zelf ter sprake brengen als zij vermoeden dat een werknemer in deze situatie kan zitten. Het is in ieder geval goed werknemers bekend te maken met de wettelijke verlofmogelijkheden die er zijn.
Daarnaast moeten werkgevers letten op signalen als frequent kortdurend ziekteverzuim, vaak een dag of dagdeel vrij vragen, problemen met concentratie, lusteloosheid, vermoeidheid, prikkelbaarheid, te laat komen et cetera. Deze signalen duiden mogelijk op overbelasting. Mantelzorg kan een paar maanden duren, maar vaak ook jaren. Werkgevers kunnen werknemers ondersteunen door het aanbieden van flexibele werktijden (tool), een tijdelijke aanpassing van van de arbeidsuren en het aanbieden van externe ondersteuning. Een gesprek met een bedrijfsmaatschappelijk werker kan helpen om de werk-privébalans te bewaken.