Werknemers in de gezondheidszorg ervaren de hoogste werkdruk. Ruim de helft van de werknemers moet ‘heel veel’ werkzaamheden verrichten. Dat staat in de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2015, uitgevoerd door CBS en TNO.
Van de werknemers uit de gezondheids- en welzijnszorg gaf 43% aan snel te moeten werken en een derde werkt vaak extra hard om alle taken te kunnen afronden. De enquête splitst de gezondsheids- en welzijnszorg uit in gezondheidszorg – onder andere ziekenhuizen – en verzorging en welzijn, waaronder bijvoorbeeld verpleeg- en verzorgingstehuizen vallen. In de gezondheidszorg ligt de werkdruk het hoogst. Ook in de verzorging en welzijn ligt de werkdruk bovengemiddeld hoog. In Nederland kampen bijna 2.700.000 werknemers met een hoge werkdruk en een miljoen mensen heeft een verhoogd risico op een burn-out.
In de verzorging en welzijn zijn werknemers het meest emotioneel betrokken bij hun werk. Ruim een kwart van deze werknemers beoordeelt hun baan als emotioneel veeleisend. Er is voor hen weinig ruimte om de werktaken (tool) naar eigen inzicht in te richten. 46% van de werknemers zegt zelf zijn werktempo te kunnen bepalen, tegenover het gemiddelde van 57% van de werknemers (uit alle sectoren) die de enquête (pdf) invulden. Toch ervaren de steun die werknemers in de zorg krijgen van collega’s gemiddeld, vergeleken met andere sectoren.
Een hoge werkdruk is een vorm van psychosociale arbeidsbelasting (PSA). PSA (tools) kan leiden tot depressies, overspannenheid en arbeidsongeschiktheid. Veel werkgevers hebben (nog) geen beleid om werkdruk aan te pakken, blijkt uit controles van Inspectie SZW, terwijl zij wel opdraaien voor de verzuimkosten.