Werkdruk kan ontegenzeggelijk het werkplezier danig vergallen. Het is dan ook belangrijk om te achterhalen waar de stress vandaan komt en om de balans te herstellen. Een leidinggevende speelt daar bijvoorbeeld een belangrijke rol in. Houd echter wel voor ogen dat werknemers verschillen: wat voor de één een mogelijke bron van werkdruk is, kan voor de ander juist een stimulans betekenen. Hoe kunt u werkdruk verminderen en werkplezier vergroten?
Medewerkers die de ruimte en bevoegdheid hebben om hun werk naar eigen inzicht in te delen en om zelf problemen op te lossen, hebben zogenoemde regelmogelijkheden. Zij ervaren autonomie. Maar niet iedereen ervaart vrijheid in het werk op dezelfde manier: voor de één is het werkdrukverlagend, omdat hij dan zelf kan bepalen wanneer hij wat doet. Voor de ander kan vrijheid juist een bron van werkdruk zijn; die wil graag horen wat hij wanneer moet doen.
Er zijn verschillende manieren om naar werkdruk te kijken. Zo is er het Job Demand-Control-model van socioloog Robert Karasek. Hij onderscheidt op basis van taakeisen en regelmogelijkheden vier soorten werk:
Ook het aspect ‘sociale steun’ speelt een rol bij het terugdringen van werkdruk.
Ook het aspect ‘sociale steun’ speelt een rol bij het terugdringen van werkdruk. Dat is de mate waarin collega’s, leidinggevenden, familie en vrienden tegemoetkomen aan de sociale behoeften van een medewerker. Biedt de omgeving de nodige sociale steun, dan is dat een goede buffer tegen stress. Er zijn vijf verschillende sociale behoeften:
Een beloning is dat wat een medewerker krijgt voor een geleverde prestatie. Maar een beloning is niet alleen uit te drukken in geld. Socioloog Johannes Siegrist, gespecialiseerd in werkstress, onderscheidt drie soorten beloning:
Ervaart de medewerker voldoende beloning, dan is dat een goede basis om met werkdruk om te gaan.
Individuele factoren kunnen de regelmogelijkheden van werknemers soms negatief beïnvloeden. Het TNO-werkdrukmodel onderscheidt de volgende drie:
Mensen willen het liefst geen stress, en ze zullen dan ook naar manieren zoeken om met stressvolle situaties om te gaan. Ze gebruiken daarvoor één van de drie zogenoemde ‘coping-stijlen’. Welke, dat is persoonlijk, maar de stijlen zijn wel te trainen:
Er zullen altijd energievreters zijn waar werknemers niet tegen te beschermen zijn
Er zullen altijd energievreters zijn waar werknemers niet tegen te beschermen zijn, bijvoorbeeld regels die van bovenaf worden opgelegd of verplichte procedures. Wel kunt u werknemers helpen en ondersteunen om werkdruk tegen te gaan en het werkplezier te vergroten. Er zijn vijf manieren om een betere balans tussen energiegevers en energievreters te bewerkstelligen:
Dat is natuurlijk allemaal makkelijker gezegd dan gedaan. Hoe ontdekt u nu wat de relevante energiegevers en energievreters zijn? Elke functie kent immers andere taken en verantwoordelijkheden en ook iedere medewerker is weer anders. Het ‘werkdrukhuis’ kan helpen:
De begane grond is het fundament en staat voor mensgericht ontwerpen van:
De eerste verdieping symboliseert de organisatie van het werk en de inrichting van bedrijfsprocessen. Die zouden zo ingericht moeten zijn dat er een gezonde balans is tussen de bulk werk en de hoeveelheid medewerkers. Denk na over zaken als piekdrukte, planning en logistiek.
Op de tweede verdieping staat de mens centraal. Elke medewerker heeft zijn eigen vaardigheden, competenties en belastbaarheid. De rol van de leidinggevende en de manier van samenwerken in het team zijn ook belangrijk.
Het beleidsniveau bestrijkt de overkoepelende verdieping: het dak. Vragen die hierbij aan bod komen, zijn:
Twee factoren in leiderschapsstijl zorgen voor goed presterende medewerkers, die werkdruk als beheersbaar ervaren:
Een leidinggevende die beide beheerst en per situatie kan bepalen welke vorm hij inzet, creëert omstandigheden waarin medewerkers eerder werkdruk als beheersbaar ervaren.