Privacy werknemer in geding door wearables

9 maart 2016 | Door redactie

Technologie is mooi, maar wearables zoals fitnesstrackers en smartwatches vormen een bedreiging voor de privacy. Werkgevers die deze middelen inzetten om werknemers te volgen zijn in overtreding, zo stelt de Autoriteit Persoonsgegevens (AP).

Het lijkt zo mooi; wearables zoals fitnesstrackers die op het lichaam gedragen worden en ondertussen gezondheid en welzijn van de gebruiker in de gaten houden. Dat is het ook, zolang de werkgever maar niet meekijkt. Dat gebeurt in de praktijk wel, zo blijkt uit twee zaken waarover de Autoriteit Persoonsgegevens (tool) zich uitsprak. Die bepaalde onlangs dat organisaties geen wearables mogen gebruiken om de gezondheid van werknemers te volgen. Ook niet als de werknemers daarmee ingestemd hebben. Het monitoren van werknemers via wearables is in strijd met de Wet bescherming persoonsgegevens.

Monitoren wearables bij wijze van experiment

De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) kwam tot deze uitspraak na een onderzoek naar twee bedrijven die wearables gebruikten om in kaart te brengen hoeveel beweging werknemers krijgen in hun dagelijks leven. Eén van de onderzochte werkgevers kon zelfs het slaappatroon van medewerkers volgen. Het gebruik van wearables was een experiment waarbij deelname plaatsvond op vrijwillige basis. De AP stelt echter dat in een arbeidsrelatie vrijwel geen sprake kan zijn van vrijwilligheid omdat deze berust op financiële afhankelijkheid. Partijen zijn niet gelijkwaardig wat dat betreft. Zelfs als er sprake is van instemming door de werknemer, mag de werkgever wearables dus niet monitoren (tool).