Bent u in het bezit van een Verklaring arbeidsrelatie winst uit onderneming (VAR-WUO) dan kan de inspecteur deze niet zomaar intrekken via een voor bezwaar vatbare beschikking. Daar zal hij een zeer goede reden voor moeten hebben zoals bijvoorbeeld dat de geldigheidsduur van de VAR is verstreken of dat er sprake is van een op onjuiste gronden afgegeven VAR-WUO. Daar was echter in onderstaande zaak geen sprake van.
Met de invoering van de VAR heeft de wetgever een zo groot mogelijke zekerheid voor de opdrachtgever willen creëren. Deze moet er door de overlegging van zo’n verklaring zeker van zijn dat hij niet inhoudings- en verzekeringsplichtig is ten aanzien van de opdrachtnemer. Het moet dan natuurlijk wel gaan om een geldige VAR. In een zaak die speelde voor rechtbank Arnhem, gaf een inspecteur een voor bezwaar vatbare beschikking af aan een koerier die in het bezit was van een VAR-WUO. Hij vond namelijk dat er sprake was van een dienstbetrekking. De rechter wees deze redenering echter af omdat de wetgever er uitdrukkelijk in heeft voorzien dat arbeidsrelaties waarvoor een VAR-WUO is afgegeven ten aanzien van opdrachtgevers weliswaar als dienstbetrekking kunnen worden aangemerkt maar desondanks toch buiten de inhoudings- en verzekeringsplicht kunnen blijven. De rechtsgevolgen van de VAR blijven gelden ook als duidelijk is dat er een dienstbetrekking tussen beide bestaat.
De rechtbank gaf aan dat alleen sprake is van een ongeldige VAR als deze is afgegeven op vervalste of onjuiste gronden en de opdrachtgever hiervan wist. In dit geval is hiervan geen sprake. De inspecteur haalde dus bakzeil.
Rechtbank Arnhem, 31 januari 2012, LJN: BV2687