Indicaties beoordeling arbeidsrelaties ter consultatie
Het concept van het Besluit verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties is onlangs ter internetconsultatie gepubliceerd. Het besluit moet de twee hoofdelementen uit het voorstel van de Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (VBAR) extra houvast geven, maar er klinken kritische geluiden.
Het besluit moet verduidelijken wanneer iemand als werknemer werkt en wanneer sprake is van zelfstandig ondernemerschap. Op dit moment zorgt de relatief open definitie van een arbeidsovereenkomst voor een grijs gebied waar niet altijd duidelijk uit blijkt of sprake is van een werknemer of zelfstandige. De jurisprudentie leverde verschillende gezichtspunten, zoals in het Deliveroo-arrest (artikel). Via het wetsvoorstel VBAR en dit aanvullende besluit wil het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid echter een wettelijk kader vastleggen.
Indicaties moeten arbeidsrelaties verduidelijken
Het eerste hoofdelement uit het wetsvoorstel VBAR is ‘werkinhoudelijke en organisatorische sturing’, wat duidt op werknemerschap. Het besluit voegt hier de volgende vijf indicaties aan toe:
- De werkgevende is bevoegd om aanwijzingen en instructies te geven over de wijze waarop de werkende de werkzaamheden moet uitvoeren en de werkende moet deze ook opvolgen.
- De werkgevende heeft de mogelijkheid om de werkzaamheden van de werkende te controleren en is bevoegd om op basis daarvan in te grijpen.
- De werkzaamheden worden verricht binnen het organisatorisch kader van de organisatie van de werkgevende.
- De werkzaamheden hebben een structureel karakter binnen de organisatie.
- De werkende soortgelijke werkzaamheden verricht als andere werknemers.
Het tweede hoofdelement is ‘werken voor eigen rekening en risico’. Dit duidt dan weer op zelfstandig ondernemerschap en het besluit voegt hier ook vijf indicaties aan toe:
- De financiële risico’s en resultaten van de werkzaamheden liggen bij de werkende.
- De werkende zorgt voor een zelfstandige en voor derden als zodanig herkenbare uitvoering van de werkzaamheden.
- De werkende is in het bezit van een specifieke opleiding, werkervaring, kennis of vaardigheden, die in de organisatie van de werkgevende niet structureel aanwezig is.
- Er is sprake van een korte duur van de opdracht en/of een beperkt aantal uren per week.
- Er is sprake van kenmerken die wijzen op ondernemerschap van de werkende voor soortgelijke werkzaamheden.
Kritiek op het besluit VBAR
Hoewel de aanvullende aanwijzingen uit het besluit juist moeten zorgen voor verduidelijking van het verschil tussen werknemers en zelfstandigen, klinken er de nodige kritiek en zorgen. Zo bestaan er bijvoorbeeld twijfels over de formulering van de indicaties, en over het nut ervan en de uitwerking in de praktijk.
De internetconsultatie voor het besluit staat nog open tot 13 oktober. Tot die tijd kunnen alle partijen voor wie de consultatie relevant is er op reageren.
Meer informatie over schijnzelfstandigheid vind je in de toolbox Snel aan de slag met de ontwikkelingen rond schijnzelfstandigheid.