Werkgevers kunnen in sommige gevallen tot een bepaald maximum een verhuizing van werknemers onbelast vergoeden. Hiervoor gelden wel een aantal voorwaarden.
Vergoedingen voor verhuiskosten zijn in principe loon van de werknemer, maar soms kan een werkgever zijn werknemer een onbelaste vergoeding betalen. Hiervoor moet de verhuizing verband houden met de dienstbetrekking van de werknemer. Is dat het geval, dan mag de werkgever een gericht vrijgestelde verhuiskostenvergoeding geven van maximaal € 7.750. Dit bedrag mogen werkgevers geven naast de vergoeding van de werkelijke kosten voor het overbrengen van de boedel.
De voorwaarde voor de onbelaste verhuisvergoeding is dus dat de verhuizing voldoende samenhangt met de dienstbetrekking (infographic). Daarvan is in elk geval sprake als aan de volgende twee voorwaarden is voldaan:
Er zijn echter meer situaties denkbaar waarin de verhuizing sterk samenhangt met de dienstbetrekking. In bijzondere situaties kan een werkgever zelfs een onbelaste verhuiskostenvergoeding geven aan een werknemer die bij de organisatie uit dienst gaat. Het kan bijvoorbeeld zijn dat de werknemer daardoor niet langer in een dienstwoning kan blijven wonen.
Er bestaat geen gerichte vrijstelling voor vergoedingen voor aan- en verkoopkosten van woningen. Deze vergoedingen zijn loon van de werknemer. Maar de werkgever kan dit loon ook als eindheffingsloon aanwijzen ten laste van de vrije ruimte van de werkkostenregeling.