In WKR-evaluatie aandacht voor hybride werken

23 juni 2022 | Door redactie

In de geplande evaluatie van de werkkostenregeling (WKR) zal het kabinet rekening houden met het advies van de Sociaal-Economische Raad (SER) over hybride werken. Dat blijkt uit de Kamerbrief van minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW).

Het kabinet neemt alle adviezen uit het rapport ‘Hybride werken’ van de SER mee in de evaluatie van de WKR in 2023/2024. Onlangs reageerde minister Van Gennip van SZW in een Kamerbrief op het rapport. Ze gaf aan dat het kabinet zich ‘zeer kan vinden’ in de adviezen en ging onder meer in op adviezen ten aanzien van de werkkostenregeling (WKR).
Zo adviseerde de SER te onderzoeken om de eerste schijf van de vrije ruimte structureel te verruimen tot 3%. Maar om te bepalen of een verruiming nodig is, wil het kabinet eerst weten welke kosten door hybride werken worden gemaakt waar geen gerichte vrijstelling voor bestaat. Ook wil het kabinet weten of bepaalde kosten door hybride werken juist niet worden gemaakt of vergoed.

Voorlopig nog geen aanpassing thuiswerkvergoeding

De SER adviseerde ook de gerichte vrijstelling voor thuiswerkkosten aan te passen. Werkgevers kunnen nu maximaal € 2 per volledig of gedeeltelijk thuisgewerkte dag onbelast vergoeden. Maar het kabinet wacht liever de jaarlijkse indexatie van deze thuiswerkvergoeding af, waarbij opnieuw wordt gekeken of het bedrag nog strookt met de gemiddelde werkelijke kosten. Ook wijst Van Gennip er op dat vorig jaar is toegezegd de thuiswerkvergoeding (infographic) te monitoren. Ze vindt het nu te vroeg is voor conclusies over de uitvoerbaarheid en de administratieve lasten van de thuiswerkvergoeding. Dit geldt ook voor de uitvoerbaarheid door de Belastingdienst.

Onderzoek naar behoefte arbovoorzieningen voor hybride werken

De SER adviseerde verder om de fiscale vrijstelling voor arbovoorzieningen te verruimen. Het kabinet gaat laten onderzoeken in welke mate er arbovoorzieningen nodig zijn voor hybride werken en waarvoor nu nog geen vrijstelling bestaat. Ook stelde de SER voor om een vrijstelling van de huurkosten van werkhubs – een gehuurde werkplek voor werknemers – op te nemen in de WKR. Maar dat is volgens Van Gennip niet nodig; de huurkosten tellen niet als loon van de werknemer. In het Handboek Loonheffingen komt wel een aanvulling die de fiscale aspecten van een werkhub verduidelijkt.