Een parkeerplaats voor de auto van de zaak kunt u van oudsher wel onbelast vergoeden als deze bij het werk is, maar niet als hij zich bij de woning van de werknemer bevindt. Onder de werkkostenregeling (WKR) werkt het echter anders: dan kunt u de parkeerplek bij de werknemer thuis soms wel onbelast vergoeden.
De oude regels voor parkeerkosten zijn duidelijk: u mag ze voor een auto van de zaak alleen onbelast vergoeden als het om een parkeerplaats bij de plaats van de werkzaamheden gaat. Dat kan dus op kantoor zijn, maar ook bij een klant. Parkeren bij de woning van de werknemer valt niet onbelast te vergoeden of verstrekken.
Zodra u overstapt op de werkkostenregeling gelden echter andere regels voor het vergoeden, verstrekken of ter beschikking stellen van parkeren bij de woning:
Deze regels lijken glashelder, maar kunnen in de praktijk nog voor de nodige administratieve complicaties zorgen. Als een werknemer zijn auto van de zaak thuis in zijn garage zet, kan hij er daarnaast immers nog wat spullen opslaan. Dat betekent dat deze garage gedeeltelijk ter beschikking van de werknemer blijft staan. In dat geval moet u een vergoeding voor het gebruik van de garage toch weer tot het loon van de werknemer rekenen, of onderbrengen in de vrije ruimte.
Het is nog niet duidelijk hoe u moet bewijzen dat u aan de voorwaarden voldoet om de garage thuis onbelast te vergoeden.