In 2012 moet u bij een personeelslening onder het oude regime van vergoedingen en verstrekkingen een normrente toepassen van 2,85%. De Belastingdienst gebruikt de normrente om het belaste rentevoordeel te berekenen. U kunt uw werknemers namelijk niet zomaar renteloos een lening geven. Dit jaar is de normrente nog 2,5%.
Leent een werknemer geld van uw bv, dan kan dit hem een voordeel opleveren. Over een lening bij een andere instantie, zoals een bank, zou het namelijk kunnen zijn dat hij meer rente moet betalen. Dit voordeel moet u dus belasten aan de hand van de normrente van de fiscus. U vermenigvuldigt het geleende bedrag met het verschil tussen de normrente en de rente die u werkelijk aan de werknemer in rekening brengt. Bij een renteloze lening is het rentevoordeel in 2012 dus belast met 2,85%. U mag dit per loontijdvak aan de werknemer verstrekken of in één keer aan het einde van het kalenderjaar.
De normrente geldt overigens niet als u bent overgestapt op de werkkostenregeling. In dit geval moet u het rentevoordeel bij personeelsleningen belasten tegen de waarde in het economische verkeer. Deze waarde bepaalt u door de rente van verschillende banken te vergelijken. Het gemiddelde is de waarde in het economisch verkeer.
Het rentevoordeel is niet altijd belast onder de oude regels van vergoedingen en verstrekkingen. Ook bij gebruik van de werkkostenregeling kan de lening op nihil gewaardeerd worden. Dit speelt bijvoorbeeld als uw werknemer de lening onder voorwaarden gebruikt voor het kopen of onderhouden van de eigen woning. Leent u geld uit onder de werkkostenregeling voor de aanschaf van een (elektrische) fiets, dan geldt er eveneens een nihilwaardering.